Wereldtentoonstelling


In het Groninger Museum wilde iemand kennelijk dat ‘je’ het licht zou zien.
Ik keek aandachtig naar de plafondlampen die het schrift belichtten.
Ik zag het licht.
De tekst was organisch op de muur gegroeid vlak boven de schilderijen en trok behendig alle aandacht naar zich toe.
Het licht in de schilderijen kwam van het plafond, de hemel.

Het zaaltje verderop was minder goed verlicht.
Er draaide een performancevideo die zojuist aan het terugspoelen was, terug in de tijd.
Het donker in de zaal werd belicht door een Exit-lampje.
Even sloot ik m’n ogen, het dierbare binnenlicht scheen beschouwelijk.
De plaatjes van de schilderijen verbleekten bij het zien van licht.
De kunst werd hier succesvol overschaduwd door de vormgeving.
We verlieten het museum, onze ogen moesten wennen aan het daglicht.

Het museum zelf had de pretentie een kunstwerk te zijn.
Het is alsof je mooie taartjes tentoonstelt in een enorme taart of een bibliotheek onderbrengt in een reusachtig boek.
De verpakking is belangrijker geworden dan het geschenk.

Het bestaan: de wereldtentoonstelling van het licht.
Een retrospectief van de vaste collectie, we zien uitgestorven sterren.
De enige zaal zonder muren valt volkomen samen met de inhoud.
Probeer het licht maar eens niet te zien… onmogelijk.

Zelfs blinden zien het licht.

Gewoon

het dagelijks brood is op
laatste kruimels
worden 1 voor 1 opgepikt
door een doodgewone mus

broodnodige dagen
vallen weg 1 voor 1
het laatste gruis van het huidige
wordt zorgvuldig vermorst
met wat terloops getjilp en gehip

mussen vallen nooit
van daken

de mus is gewoon
om er zomaar
even niet meer te zijn
gevlogen uit dat zachte
grijzige verenpakje

ervantussen
lichter dan een veertje

Multiple choice

Het meerkeuzevraagstuk…

A)
geeft één beperkte visie weer op de werkelijkheid
die andere visies uitsluit.

B)
is een manier om iedere toetskandidaat
in dezelfde tunnelvisie te laten geloven.

C)
is zo slecht en meerduidig geformuleerd dat de lezer
wel moet gaan twijfelen aan de antwoorden
die per stuk te kort schieten in meerduidigheid.

D)
komt voort uit de aanname dat er één wereld is
van vaststaande feiten, i.p.v. werelden van voorlopige afspraken
bij gebrek aan betere, een wereld van verschil.

E)
gaat uit van de naïeve aanname dat iedere toetskandidaat
goedkeuring van het toetssysteem wil
en na diplomering trots is om erbij te horen.

F)
suggereert dat het reproduceren van aangeleerde
standaardantwoorden hetzelfde is als intelligentie.

G)
vertegenwoordigt niet meer keuze, maar minder keuze:
je hebt geen andere keuze dan het ‘goede’ antwoord.

H)
wie alle antwoorden aankruist, of geen van alle,
kan door naar het volgende spelniveau.

Portretkunst

Om even bij te komen, betreed ik nietsvermoedend Galerie ‘Huid & zonen’, midden in het overbevolkte stadscentrum.
De expositie draagt de intrigerende naam ‘Proud Shame’.
Een stad krijgt internationale allure van engelse titels.

“Ik ben geen liefhebber van menigtes of van mensen die een of ander idool aanbidden.
Maar voor de mens maak ik graag een uitzondering…”

(Terloops vertelt de vrouw van de galerie ongevraagd en vrijmoedig over de mens.)

“Idolen kennen meestal maar één kunstje, dat ze flikken en blijven flikken om vooral idool te blijven…”

(Ik ben te verwonderd om te reageren.)

“En ik ben fan van de mens omdat hij alle kunstjes flikt!
De mens heeft werkelijk alles in zich, zo veelzijdig…’

(Ze praat door zonder ontvangstbevestiging.)

“Van alle dieren is de mens het meest allround.
De mens schrijft de beste boeken, maakt films,” (“externe hallucinaties,” licht ze toe, op bezwerende toon), “waarachtige muziek, de mooiste gedichten.
Maar ook het slechte, het onware en het lelijke beoefent de mens in alle domeinen…”

(Ze kijkt mij even triomfantelijk aan als iemand die applaus in ontvangst neemt.)

‘De mens is een multi-instrumentalist,” zo hervat ze haar monoloog, “en uitvinder van de gekste instrumenten.
Het vreemdste tot nu toe is het instrument dat nullen en enen produceert, cijferdiarree, die door de mens voor de werkelijkheid wordt aangezien…
De mens is ook nog eens taalvirtuoos en een fantast die geschiedenis schrijft, ja, wel duizend verschillende visies van dezelfde gebeurtenis, zo’n brede kijk heeft de mens op de wereld…”

(Ik volg haar door de expositieruimte en vraag mij verbijsterd af wat deze vrouw mij wil vertellen.)

“De mens is een wonder van vernuft, schepper van goden en duivels.
Schepper van mensenrechten en mensenrechtenschendingen…”

(Waarom vertelt ze mij dit? Ze kent me niet eens!)

“Een geweldenaar is de mens, geweldig en gewelddadig, een alleskunner, geniaal en volslagen gek.
Je kun het zo gek niet bedenken of de mens heeft het op zijn geweten.
Lees voor opsommingen de encyclopedie er maar eens op na, mensenwerk…”

(Nu pas zie ik schilderijen achterstevoren aan de witgekalkte muren hangen, je ziet het spanraam en de kale rug van het grauwe canvas.)

“Ik ben een groot fan van de mens als mogelijkheid: zoveel mensen, zoveel belevingswerelden.
Het is zonder meer het wonderlijkste dier tussen hemel en aarde…”

Plots is de vrouw achter een wit schot verdwenen.
Later blijkt het de kunstenares zelf te zijn geweest, ze had een performance gegeven.

Als ze weer tevoorschijn is gekomen, vraag ik haar naar de betekenis van de omgekeerde schilderijen.
“Ze schamen zich voor de kunstenaar,” verklaart ze niet zonder trots.
Met zorgvuldig gemengde gevoelens begeef ik mij weer in de mensenmassa, gaandeweg herken ik mij in ieder gezicht.
Het werk werkt.