Prijswaarde

Kunst kun je niet meten, waarde is onmeetbaar.
Is een kunstenaar die weet dat hij kunst produceert wel een kunstenaar? Zodra hij dat zou weten zou het een slim trucje zijn, het zou gegoochel zijn in plaats van getover.
Kunst zou een simpele formule zijn, een berekening.

De minimale eis die we aan kunst mogen stellen is dat ze tovert en/of betovert.
Ontgoocheling valt ook onder toverkunst, zonder ontgoocheling geen zuivere waarneming, Begoochelde waarneming kan alleen projecties opleveren.
Kunst gaat juist over het onberekenbare, het onbetaalbare,
het gaat juist over datgene dat nergens te koop is, het ongrijpbare.

Kunstenaars die voor de markt produceren, het maximale rendement is hun muze. Ze zijn gezwicht voor marketing en marktwerking, hun kunst is reklame. Marktkunstenaars herken je vaak aan machinale herhaling van hetzelfde trucje.
W.F.Hermans omschreef ooit de cynicus als iemand die overal de prijs maar nergens de waarde van kent.
De kunstmarkt wordt bestuurd door de God van het cynisme.

Kunstenaars weten niet wat ze maken, pas later wordt duidelijk of het iets is of niet. Maar wat het is?
Wat is een Mondriaan, een Rothko?
Soms komen we er nooit achter wat iets is, maar de waarde ervaren we direct.
Als de kunstenaar vooraf zou weten wat en waarom hij iets maakt dan zou hij er nooit aan beginnen.

Bewuste naïviteit


Het leven is mooi, maar het kan beter niet weten dat het mooi is. Zoals mooie mensen beter niet kunnen weten dat ze mooi zijn. Ze worden er niet mooier van, kijk maar eens in glimmende modebladen.
Slimme kinderen kunnen beter niet weten dat ze slim zijn,
het is niet altijd slim om de slimste te willen zijn, soms zelfs dom.
Bewuste naïviteit is niet te realiseren zonder dat wat gegeven is te relativeren.
Je kunt mooi zijn, maar het volkomen onbelangrijk vinden en meestal niet ter zake doende, en al zeker geen persoonlijke verdienste.
Zo is het leven nog veel mooier als ze het niet weet.
Natuurlijk is het leven niet alleen maar mooi, dat zou plat zijn.
Het is ook tegelijkertijd verschrikkelijk.
We zouden niet weten wat mooi is zonder de verschrikkingen.
Alles draait om heelheid.
Daarom is het leven verschrikkelijk mooi, zonder het te weten.
Als je bewust naïef leeft kan het een ultieme beleving zijn om simpelweg op te staan, te douchen, de zon te zien, de ochtendlucht te ademen, iets te kunnen eten, drinken. Het paradijselijke is te evident om te kunnen ontdekken.
De bewuste naïeveling hoort op het nieuws dat de wereld vergaat en plant die dag een boom.

Drijfveer

‘Wat is uw drijfveer?’ had de man gevraagd die zich voor journalist uitgaf, freelancer welteverstaan.
‘U bent dus onafhankelijk?’ vroeg ik meteen.
‘Inderdaad, ik werk voor alle media, als ze mij willen publiceren’
‘U bent dus feitelijk helemaal afhankelijk van de media” stelde ik mij voor.
‘Het hangt van uw antwoorden af of ze willen publiceren of niet’
‘Meent u dat, dus dan zou u helemaal van mijn antwoorden afhankelijk zijn?’
‘Min of meer ja, maar u geeft tot nu toe geen antwoord op de vraag, wat is uw drijfveer’
‘Is dat geen rare vraag om mee te beginnen, ik ben toch geen eend, een eend heeft drijfveren!’
‘U begrijpt best dat ik wil weten wat u drijft’
‘Nogmaals, ik drijf niet, ik drijf geen handel, ik verdrijf geen tijd’
‘Uw beweegreden, waarom u doet wat u doet!’ drong de freelancer aan.
‘Goed dan, de aanname van een beweegreden is dat alles een reden moet hebben, ik vraag mij dat af’
‘Maar alles heeft toch een reden?’
‘Ik erken dat elke gebeurtenis voortkomt uit talloos veel oorzaken, zovelen dat er niet één specifieke reden is maar ontelbare, dat ontelbare noemen we de wereld, alle redenen zijn hetzelfde als geen reden.’
‘Dus u noemt de wereld een totaal van oorzaken die bijvoorbeeld ons hier bij elkaar heeft gebracht?’
‘Zo ongeveer ja, maar dan zit er dus geen specifieke reden achter!’
‘Dat is toch wonderbaarlijk dat we hier dan toch zitten!’
‘Zonder beweegreden leven is wonderbaarlijk’ beaamde ik.
‘Is dat dan niet uw drijfveer om te schrijven?’
‘Welnee, het feit dat ik wel eens schrijf maakt mij niet tot schrijver,
dan zou ik ook stofzuiger zijn, en een afwasser, een liefhebber, een lezer, een luisteraar, een chauffeur, enzovoort..’
‘Maar dat bent u dan toch ook?’
‘Wat je doet ben je maar voor even, het zit hem in het woord ook, net als met al die redenen, zo doe je van alles voor even en niets specifieks’
‘Ik heb vanochtend het toilet nog gereinigd, dat wordt een mooi verhaal’
‘Zie je je bent veel meer, je bent van alles’

Spirals


Spirals, Bruce Waxman 2008, uit de serie: Deleted Materials, Metropolitan Museum.

Het betreft in dit geval een matras van Ikea, dit bedrijf sponsort de kunstenaar sinds 2001.
Bruce Waxman stak het matras publiekelijk in de brand om de schitterende onderliggende structuur bloot te leggen, zoals Michelangelo of was het Da Vinci?, het overbodige marmer verwijderde bij zijn ‘David’. Met dezelfde methodiek benadert Waxman nu alles in zijn omgeving. Het verwijderen van onnodig materiaal is inmiddels zijn handelsmerk geworden.
Meest spraakmakend was zijn museale project waar het MOMA in New York totaal werd ontdaan van alles wat ook maar enigszins aan kunst doet denken.
Nooit eerder zag het publiek het prachtige gebouw zelf, al die tijd werd de aandacht afgeleid door
opzichtige kunstuitingen. Critici laken zijn ‘kunst van het weglaten’ als nihilistisch.
Waxman reageert hier lakoniek op; ‘Wie het niets voor niets aanziet ziet toch echt het meest wezenlijke over het hoofd, namelijk zichzelf…’

Spirals is niet te koop, maar wat let de ware kunstliefhebber om zelf het heft in handen te nemen?

Traagzaam


Je hebt mensen die het allemaal al eens gezien hebben, althans, zo denken ze.
Sommigen hebben de hele wereld bereisd, onderweg alles vastgelegd op camera,
om thuis te bekijken.
Ze hebben ontdekt dat er niets meer te ontdekken valt.
Aan de andere kant van het spectrum leven mensen op postzegelformaat en blijven nog steeds verwonderd over de kartelrandjes van het bestaan, over het simpele feit dat hier niets een stempel draagt. Het onbestempelde als onbetaalbare waarde.
Ervaren en beleven gaat nu eenmaal langzaam, nu en eenmalig.
Traagheid is een soort microscoop voor de directe ervaring.
Zodra de tijd verdwijnt kun je inzoomen op details die je nooit eerder had opgemerkt, in die details zitten weer details, etcetera….duizelingwekkend.
Een ruimtereis in een notendop.

Zodra leven te snel voortraast met teveel vluchtige indrukken, gaat de beleving aan je voorbij.
Geen tijd voor traagheid. Zou dat verveling zijn, te veel indrukken die geen van allen echt binnenkomen?
Het denken bestempelt alles als benoemd, ingedeeld, bekend en begrepen.
Post voor de vergetelheid.
De brief blijf ongeopend, onbezorgbaar.

Grafdans


Wat ooit het levensrad van leven en dood was zou nu een nieuwe vorm krijgen.
Het rad zou voortaan vierkant zijn, genetische determinatie, geboortedesign,
volwassenwording en eindeloze regeneratie, vier hoeken van het vierkantige levenswiel. In het Utopia van de maakbaarheid, zou het verval ten val worden gebracht.
Ouderdom zou worden uitgeroeid door regeneratietechnieken.
Ziektes zouden sterven aan een blakende gezondheid.
De dood zou worden vernietigd en definitief worden uitgeroeid.
De dood zou nergens geen leven meer hebben.
Waarom klonk dit zonnige toekomstbeeld toch zo sinister uit de monden van de enthousiaste utopisten?
Totale controle over het leven, vroeg dat niet om bovenmenselijke wijsheid?
Was de controleur en determinator nu niet verplicht om goddelijk te worden om alle consequenties te overzien.
Hoe zou het eigenlijk rijden zo’n volmaakt wiel?

Je zag het al voor je, de begrafenis van de dood.
Een begrafenis zonder lijk.
De mensheid zou dansen op het lege graf.
Zou er één sterveling treuren over het verlies?
Treuren over welk verlies?
Was de dood niet altijd de onbekende schepper van betekenis en waarde geweest? Wie zou er empathie hebben met de dode dood?
Had de dood zich niet, met gevaar voor eigen leven, belangeloos ingezet voor de zin van het bestaan?

Corpus Porcus


Hier volgen enkele citaten uit het boekwerkje ‘Corpus Porcus’ een kleine zwijnenfilosofie, van etholoog Lodewijk Witsteen. De onderzoeker is een jaar ‘embedded’ geweest bij een ‘rotte’ zwijnen in de Onzalige Bossen op de Hoge Veluwe.

-Bij datgene waarover men niets kan zeggen daar volstaat een zacht geknor.
-Voor gedane arbeid is het nog beter rusten dan erna, laat staan hoe goed men uitrust voor werk dat nooit en nimmer gedaan zal worden, die rust is bij uitstek des zwijns.
-Er is nooit tijdsdruk om je te haasten als je het haast nooit druk hebt.
-In de grond ben je veel aardiger dan boven alle grond verheven.
-Als je hardgrondig in de aarde wroet naar het geluk (het zwarte goud van de truffel) weet je dat de horizon onder je buik ligt, klaar om te vinden.
-Uiterlijk mooie dingen zijn niet om te eten, parels smaken nergens naar,
dus je hoeft ook nergens te zoeken om ze niet te vinden.
-De trog die men net heeft leeggegeten kan men na gebruik weggooien of als ligmodderbad gebruiken.

Het zwijn prijst zich gelukkig om als onrein worden veracht door de religie,
het beschermt tegen zinloze slachtingen, aldus de schrijver.
Te zwijnen of niet te zwijnen? de vraag waarop de etholoog het antwoord zoekt.
Dankzij theologische verdachtmakingen kan het zwijn zijn ware aard uitleven.
Het is een mooie bijvangst van ‘het zuiver op de graat’ willen zijn.

In het nawoord vertelt Witsteen over de cultuurshock die hij kreeg toen hij
na een jaar weer terugkeerde in de menselijke roedel en tot de schrijnende slotsom moest komen dat hij niet meer kon aarden in de ‘menselijke bestaansgrond’.
Heimwee naar de thuisgeur van muskus en humus.

Renaissance

In de tuin van de kliniek zaten mijn oude vrienden bij te komen van de grote operatie die hun weer jong zou maken.
Ze waren nog helemaal ingezwachteld, het verband zou er pas na een maand af mogen.
Gelukkig waren mijn vrienden niet bepaald onbemiddeld, anders hadden ze deze totaaltransplantatie nooit kunnen bekostigen.
Alles was tegenwoordig maakbaar, maar het moest ook nog betaalbaar zijn.
Het kweken van een heel nieuw vel op de juiste maat kostte al een ton, de organenkweek kostte een meervoud daarvan. Om alles ineens te vervangen en hadden ze een extra lening moeten afsluiten, die ze nooit zouden kunnen afbetalen bij de orgaanbank.
Zouden ze ooit eigenaar worden van hun nieuwe jeugdige lichaam?
Tegen de tijd dat ze de laatste aflossing deden waren ze al weer versleten.
Maar dat was van later zorg, eerst het verband eraf.
Eerlijk gezegd herkende ik ze niet zoals ze daar zaten en er zat een hondje bij, kennelijk ook net gerenoveerd.
Ik ging er zo aan twijfelen of zij het wel waren dat ik willoos wegliep
ten prooi aan lichte paniek.
Mijn vrienden hadden de pest aan honden.
Bij de intakebalie van de kliniek informeerde ik naar mijn vrienden.
Ze hadden nog nooit patiënten met die namen behandeld, zo werd mij vriendelijk meegedeeld.
Zouden ze hun namen ook hebben laten vervangen?
Waarom zouden ze dat doen, om echt helemaal vanaf nul te beginnen? Als een pasgeborene.
Welbeschouwd was dit natuurlijk ook een wedergeboorte.
Het verval moest helemaal uitgeroeid worden.
De dood moest dood.

Maanoog

Het maanoog prikt door de zwartbewolkte hemel
als een godin gehuld in een inktzwart gewaad.
Niemand mag haar lichtlichaam bezichtigen,
ze bewaart de onthulling voor die ene ware?

Is er iets verleidelijker en bedreigender dan een starend oog?
Een doorzichtige projectie van angst en verlangen.
Gelukkig zien wij dat wij zelf dat oog zijn of liever gezegd:
datgene dat weet dat het ziet, maar niet weet wat het ziet.

Want wie weet wat de maan is, los van naam en verschijningsvorm?

Windows 0.0

Een glas kan helder zijn, maar geen glas
is nog altijd het meest heldere.
Zo ook met de spiegel, geen spiegel
geeft de beste reflectie van datgene
dat waarneemt, omdat er geen zelfbeeld
is dat kan afleiden.
Het aanwezige getuigen kan niet ontkend worden, als alle objecten verdwijnen.
Zelfs de raamsponning blijkt op te lossen in het zicht.
Het venster was maar een metafoor,
zo is ook de computer alleen maar een metafoor.
Eenmaal gezien kun je de metaforen weggooien.