Schijnveilig

Als informant van inlichtingen kom je op plekken waar je anders nooit zou komen.
Sommigen zeggen dat ze ergens niet dood gevonden willen worden, ik snap deze redenering nooit, juist voor dit doel zijn deze locaties bij uitstek geschikt. Bedrijventerreinen, autobeurzen, meubelboulevards, pretparken, golfterreinen.
De mensen die ik schaduw regelen hun zaakjes bij voorkeur op dit soort obscure locaties.
Voor ik in dienst trad deed ik de opleiding No Profile, een gedegen onopvallendheidstraining, ik slaagde cum laude. In een bos lijk ik op een boom, onder meubels verander ik gehurkt in een chesterfield, onder golfers word ik een hole. Niemand heeft mij in de gaten, dacht ik.
De vervolgopleiding Undetected leidde op tot professioneel negeren, ik slaagde met een mager zesje.
Soms herken ik mijzelf niet als ik in de spiegel kijk en dan weet ik weer dat alles in orde is.
Al mijn inlichtingen zijn uiteraard geheim, je zou denken, makkelijk werk je verzint wat data en klaar. Maar mijn baas heeft mij toevertrouwd: ‘Weet dat jij zelf ook permanent geschaduwd wordt’
‘Zo werkt de dienst op basis van vertrouwen en je voelt je nooit alleen, vreemde ogen waken over jou, daarom heten wij ‘veiligheidsdienst”
Je weet natuurlijk dat het onzin is, onuitvoerbaar en toch werkt het, als het idee eenmaal in je is geplant raak je het bekeken worden niet meer kwijt.
Zodra je negeert bevestig je datgene wat je negeert, even sterk als een staande ovatie.

Bijenkorfbal

De oudste leren korfbal is gemaakt in een honingraatmotief, gevuld met rendiermos.
Het enige exemplaar ligt in het volkenkundig museum voor kunstnijverheid van Stockholm.
Voorheen heette bijenkorfbal in het Zweeds ‘Ringboll’, ontstaan uit een plaatselijke archaïsche bijencultus. De gemengde spelers (werksters en darren), brengen samen de honing (de bal) bijeen en gooien deze in de lege korf tot die vol is, feitelijk een vruchtbaarheidsritueel, wie de meeste honing in de korf gooit is de koningin. In hoeverre vruchtbaarheid een sport is vraagt de conservator van het museum zich in gemoede af.
Nico Broekhuysen bracht deze cultus na intensief veldwerk in Zweden, naar Nederland, en richtte in 1903 als voorzitter de K.N.Bijenkorfbalbond op, die sindsdien vele werkbijeenkomsten heeft georganiseerd, waar ook de darren altijd welkom waren.
Dat de sport in Zweden is uitgestorven laat zich zien in de zeer geringe bevolkingsaanwas van dit grote land.
In de bijverschijnselen toont zich de hoofdzaak.

Gaardgeluk

Geld groeit niet aan de bomen,
geluk gelukkig wel,
vermomd als talloze appels.

Elke oogappel nodigt uit;
`Pluk mij, gelukkige vinder!
Proef mij, je zult het onbetaalbare smaken.`

Zo geluk plukken is wakker dromen,
je kunt `t geluk niet op.

Overdoseren geeft buikpijn,
wat rest is de rest te vermoezen,
te vertaarten alsof het feest blijft.

Schoonheidsfoutjes

Stel nou dat A.H. behalve onverdienstelijk schilder ook nog eens een aantal wel heel prachtige symfonieën had gecomponeerd, even tussen het bedrijven van misdaden door. Zou dat een onoverkomelijk dilemma zijn? Waarschijnlijk wel, omdat het niet in het zelfbeeld van de mensheid past, overenigbare inhouden. Wat slecht is kan geen goede dingen doen, dat is de algemene aanname, het druist ook tegen het rechtvaardigheidsgevoel in (wat trouwens meer denkbeeld is en dan pas gevoeld wordt)
In de dagelijkse praktijk is elk mens een mengvat met louter tegenstrijdigheden, alle mogelijkheden zijn aanwezig. Monsters doen soms heilzame dingen en soms vergaat de wereld bijna door goede bedoelingen. Om even het kortst door de bocht te gaan:
A.H. had ook een dienstbare supermarkt kunnen beginnen die zorgvuldig op zijn kleintjes let.
Die symfonie is nooit geschreven of nog niet ontdekt. A.H. had Wagner al als soundtrack voor zijn rampenscenario. Hoe mooi die symfonie ook zou klinken, met deze initialen zou niemand ernaar kunnen luisteren.

Parafabels

Ik spreek wel eens volk, om de orale traditie
te onderhouden. Een zo’n volk vertelde mij hun scheppingsverhaal: Hoe de zee ontstond of waarom de vissen nooit huilen.
Men zegt dat toen god de vissen had geschapen dat zij het water vergeten was, de vissen lagen zieltogend op het droge.
God werd zo verdrietig dat ze oceaan vol huilde, sommigen vertellen dat ze zich doodgehuild heeft.
Een ander volk dat er naast woont vertelde mij een ander verhaal: Dat de zee ontstaan is uit krokodillentranen, van het lachen welteverstaan, een wreed sprookje.
Weer een ander volk vertelt dat de vissen geen verhaal vertellen, dat ze de zee nog nooit gezien hebben, dat ze het begrip nat niet eens kennen, te dichtbij.

Ondertussen blijft de zee van verhalen maar stijgen. Bouw een boot als je deze verhalen wilt kunnen navertellen.Verhalen proberen de gefragmenteerde wereld te lijmen tot één geheel. De ironie is dat de wereld één is en gefragmenteerd wordt door taal.

Hersenspin

Het wonder van de bovenkamer is
dat er elke dag een web van denksel
wordt geweven, en er is geen spin te bekennen.
Weefsel zonder weefsel, schepping zonder schepper. Een aandoenlijke poging om de wereld te vangen? De wereld als een prooi zonder roofdier…
Denksels kun je niet eten, ze snoepen aandacht en tijd.

Leesvoer

Mijn vrouw leest graag,
bijvoorbeeld, mijn gezicht,
dat boekedelen spreekt,
mislukte sfinx,
mijn gezicht verraadt alles,
als een openbaar geheim,
de golfslag van de belevingswereld
klotst zichtbaar door de wand van huid.
Komma’s rond de mondhoeken,
kraaiepootjes als aanhalingstekens en brauwen die wenken als vraag en uitroep.

De taal van liefde, lezen en je laten lezen.

Stookoogst

De appeloogst is weer begonnen, uit alle naburige schuren en vervallen stallen kruipen de stoomketels op gietijzeren wielen tevoorschijn, onder spinnenweb en strostof.
Jaarlijks komen alle eau-de-vie-ketels bijeen, in ons dal bij de beek, het koude bergwater dient als koeling voor het distillatieproces.
Karren vol rot gistend fruit rijden af en aan, ze waggelen achter bejaarde tractoren. Geur van most hangt in het dal als het eerste levenswater uit de ketel wordt afgetapt. De oude boeren lopen met knalrode appelwangetjes, ze zitten glimmend rondom het vuur, ze kunnen niet meer staan. Verlegen staren ze in het vuur.
Ik raap de valappels terwijl dit visioen verdampt. Even later kook ik ze tot appelmoes,
met mijn dronken kop strooi ik lekker veel kaneel, wat later kerrie blijkt te zijn. Zo ontstaat nieuwe receptuur of indigestie.

Blikschil

Blikfruit hoef je niet te kauwen, niet te schillen, niet in partjes te snijden,
je giet het eeuwig verse sap zo achterover.
De blikschil blijft achter op de dorstlessende plek.

Sommige zure natuuradepten noemen de plek `het milieu’, terwijl ze miskennen hoeveel dorst er geleden wordt.

Onze aarde is een zeer dorstlessende plek gezien de ontelbare blikschillen die haar gezicht wat opfleuren met kleuren die de blik verkwikken..

Leven is dorst, drinken of verzuipen.
De zuurlingen beweren dat blik niet in de natuur hoort.

Hoe kortzichtig kun je zijn, aluminium komt uit de buik van moeder aarde, puur natuur.

hoe ruim is je blik?