Culinair Commando

In het nieuwe restaurant ‘Cook to Kill’ loopt het bedienend personeel in camouflageuniform. Op tafel liggen natuurlijk twee groene handgranaten, als peper en zoutstel. Het pand lijkt op een gebombardeerde machinefabriek.
Plaats van handeling: Westelijk Havengebied.
Als decoratie hangen alle formaten kogelhulzen en raketwerpers aan de wanden.
In de keuken hangt de atmosfeer van een hogedrukpan, elke handeling heeft de precisie van een chirurgische operatie, horloges lopen tot op de seconde gelijk.
Wie een foutje maakt hoeft niet op clementie te rekenen maar wordt ter plekke uitgefoeterd door de commander in chief. De ongelukkige dient elke belediging te beamen met een volmondig ‘Yess Sir!’ Het is wel even wennen, geschreeuw in een restaurant maar het eten komt op tijd.
De vier gangen volgen elkaar in een noodtempo op, voor je het weet is je bord verwisseld voor de volgende shift. De obers salueren na elke dienst die ze leveren. Het dessert was een soort crème brulée, de caramellaag was zwart geblakerd.
Ik heb maar niets gezegd en het schijfje verkoolde suiker in mijn camouflagekleurige servet gefrommeld uit angst dat de jonge kadet strafcorvee zou krijgen omdat hij net iets te lang zijn kleine vlammenwerper op mijn toetje had gericht.

Voedsel als wapen in de dagelijkse strijd.
Zolang een mens eet kan hij even geen ruzie maken.
Hoewel je er ook bij hebt die met volle mond nog doorpraten.

Zachte banden

De beheerder van het landgoed zat op het terras, hij was onder zijn krant in slaap gevallen. De radio stond aan.

Ik reed langs op de fiets en zocht een fietspomp voor mijn zachte banden, zag de stille drukte achter in de tuin.De radionieuwslezer sprak roestig, het oude nieuws had zijn keel geoxideerd. Een zomervliegtuigje in de hoge verte sleepte ronkend een lint van onleesbare letters achter zich aan.

In de tuin vergaderde een internationaal gezelschap doven, intiem en openbaar, in hun universele gebarentaal. Een Spanjaard, Rus, Italiaan, Duitser, Griek, Argentijn, Chileen, Chinees..de halve wereld, van elk soort was er maar één. Het waren afgevaardigden.

Twee doven stonden zonder te gebaren stil tegenover elkaar.
Begrepen ze elkaar niet? Of waren ze verliefd?

De nieuwslezer was uitgepraat, de tune werd ingestart en ging naadloos over in muzak. Het vliegtuigje maakte een noodlanding in een weiland, las ik later in de krant. Op de foto was het lint met modder besmeurd.

Niet begrijpen en liefde hebben veel overéénkomsten.

Lekker museum

-Mooi museum niet?
-Het gebouw vraagt meer aandacht dan de de kunst die erin hangt.

-Wat zanik je nou, we zouden fijn van kunst gaan genieten.
-Oké, ik heb niets gezegd, dat zeg ik.

-De wereld is een museum realiseer ik mij opeens.
-Wat zeg je nou weer?
-Dat alles wat je ziet door iemand ontworpen is, ik realiseer mij plots dat er over ieder dingetje goed is nagedacht.

– Nou goed? Vaak is er lang nagedacht door iemand die niet kan denken.

-Dat is ook waar, veel dingen zijn lelijk en nodeloos kwetsend.
-Of mooi van lelijkheid. Toch komen de goede dingen niet uit nadenken voort, dat is een misverstand, denken komt pas van pas bij het maakwerk.

-Waar komt het dan uit voort?
-Uit goddelijke leegte!
-Haha, god is dood maar zijn resterende leegte bestaat nog!
-Kijk maar om je heen, overal ruimte, het levende bewijs!

-Toch zijn er ook dingen die niet door iemand zijn gemaakt.
-Doel je op de natuur die zichzelf voortbrengt en dingen ‘maakt’ als speling van de natuur?
-Zeker, ook de natuur, maar ik bedoel ook juist die dingen die zomaar ontstaan als bijwerking, als resterend overblijfsel.
-Ja, waar wil je naartoe?
-Wel, dat die onbedoelde dingen, de nutteloze bijvangst van de loop der dingen mij vaak meer raken door hun schoonheid en uniciteit dan bijvoorbeeld ‘de Nachtwacht’

-Aha, een bekentenis, ‘de Nachtwacht’ is niet goed genoeg voor meneer.
-Nee integendeel, veel te goed, veel te opgelegd, teveel en te goed over nagedacht!

-Ik begrijp het, je bedoelt de charme van het onbedoelde.
-Juist, zoals onbedoelde humor de beste is….
-Geconstrueerde schoonheid die het spontane ontbeert?
-Zoiets.
-Zou het iets met de industrialisatie te maken hebben, met de mal die maar reproduceert.

-Zou kunnen, uniciteit sneuvelt bij reproductie.
-Nou zijn we door alle zalen heengekletst, wat is nu je conclusie?

-Dat er geen conclusies zijn, het enige kompas is dat wat je raakt.

-Zeg weet je wat, hier scheiden onze wegen, jij loopt die kant op en ik deze dan zien we elkaar bij de uitgang.
-Is het restaurant ook goed, het broodje Picasso staat op de kaart!

-Tot zo!

Vredementie

De hemel op aarde kent geen geschiedschrijving.
Geschiedenis beschrijft drama, oorlogen, strijd.
Er valt niets te noteren ten tijde van de hemel op aarde.
Het leven loopt op rolletjes.
Niets is zo onoverkomelijk of men weet er wel harmonisch mee om te gaan.

Over geluk valt niets te zeggen, ze heeft genoeg aan zichzelf.

Ondanks of dankzij gebrek aan historische bronnen zijn er wel opvattingen en oordelen over het paradijs: het zou saai, vervelend zijn, altijd hetzelfde, gelijkmatig, slaapverwekkende harmonie, geen ontwikkeling, geen verwikkelingen.

Is er een voorkeur voor drama? Oorlog bestaat op alle nivo’s; tussen de seksen, psychologische oorlogsvoering, economisch oorlog, biologisch oorlogsvoering, ideologisch, zelf sport is oorlog.
De mechanische herhaling in het nieuws valt het meest op, steeds hetzelfde liedje.
Wat is geschiedenis anders dan de ingesleten groef van de gewoonte, een plaat die blijft hangen. Kunnen wij leven zonder geschiedenis?
Kunnen wij, vrij van de reactiviteit van het geheugen, elke situatie fris en nieuw bekijken en zien wat nodig is en vooral zien wat nergens voor nodig is.

Er zijn onder dementerenden voorheen heel nare mensen die dankzij hun dementie transformeren naar zachte, vriendelijke opgewekte wezens.

Ze hebben geen idee meer wie ze zijn, ze leven zonder geschiedenis.

Werkverkeer

-Wat doet u?
-Ik sta achter u in de rij voor de kassa…?
-Nee, ik bedoel voor de kost.
-O, wat voor werk….ik doe heel leuk werk!
-Wat goed, dat voelt vast niet als werk, als het leuk is.
-Inderdaad, wat duurt het trouwens lang deze rij.
-Het is spitsuur in het betalingsverkeer, zullen we naar die andere kassa verhuizen?

-Nee, ik blijf wel hier.
-Maar wat voor werk doet u dan precies, als ik zo vrij mag zijn?

-Het is heel precies werk, het luistert heel nauw..
-Specialistisch werk dus!
-Ja, en eenmalig, je kunt elke dag weer opnieuw beginnen vanaf nul.

-Maar wat doet u nu, ik ben heel nieuwsgierig.
-Dat vertel ik liever niet, anders gaat iedereen het doen, u bent trouwens bijna aan de beurt.
-Maar, als ik vragen mag; waar haalt u uw klanten dan vandaan als u er zo geheimzinnig over doet?

-Ze vertellen het gewoon door, mond op mond.
-Was het een lange studie?
-Dat viel mee, maar het afleren van wat ze je daar wijsmaken kan jaren duren.

-Dat klinkt als een ontgoocheling?
-U verwoordt het heel mooi, volgens mij geldt dat voor elke studie. De praktijk vraagt om alles wat ze je hebben wijsgemaakt af te leren, dat is ontgoochelend.

-En dan?
-Als je goed ontgoocheld bent sta je weer open voor betovering van de praktijk…wat doet u zelf voor werk?

-Ik ben schrijver.
-Ik dacht al, deze man is veldwerk aan het doen.
-Wilt u mijn zegels voor de spaaractie?
-Nee, dank u, ik spaar ook niet.

Restverwerking

-Wat verrassend dat wij elkaar hier treffen, abusievelijk of niet.
-Wat leuk dat u het woord abusievelijk gebruikt, dat woord was ik bijna vergeten, hoor je nooit meer.
-Ik stond hier al een half uur te wachten, mijn trein reed om vijf over acht het station binnen, eerst zocht ik nog een kwartier naar dit ‘Meetingpoint’ , goed verborgen.

-Ja, ik zag u hier ijsberen, verdiept in uw mobiele scherm.
-Inderdaad, ik las net het berichtje dat mijn afspraak het niet kon halen en u?
-Ik had een afspraak in Den Haag centraal, maar mijn trein had steeds meer vertraging en
viel toen helemaal uit, toen heb ik mijn vriend in Rotterdam gebeld om in Utrecht af te spreken.

-Waarom Utrecht?
-Daar vertrok de eerstvolgende trein naartoe.
-Waarom bent u hier dan nog?
-Mijn vriend redde het niet, we hadden maar een uurtje om bij praten, hij had nog drie andere afspraken om bij te praten. ……..Nou wat nu?
-Zullen we dan maar?
-Ja, nu we hier toch zijn kunnen wij in ieder geval even bijpraten. -Zeker, het werd wel tijd, want we hebben elkaar nog nooit gezien. -Ik nodig u uit in de stationsrestauratie, eersteklas op perron 1.

-Leuk, dan trakteer ik.
-En dat allemaal dankzij het abusievelijke!
-Zeker, niets mooier dan een welbegrepen misverstand!

Kunstgebied

Grafitti ligt direct op de huid van het gebied.
Niet op de kaart van het gebied, maar op de huid zelf, een tatouage.

‘Officiële kunst’ heeft vaak een kunstmatige drager:
canvas, papier, het witte doek, of op een sokkel.
De meeste kunst leeft binnen de omheining van een kader.

Veilig in het kunstreservaat, binnen de museumlijst.

Het is absurd, het maakt niet uit wat je in een museum laat zien, men weet onmiddellijk dat het hier kunst betreft, zo is de code.

Grafitti viert de bevrijding van de omlijsting, vrij van de sokkel.

Ik zou grafitti nooit kunst noemen. ‘Alles van waarde is naamloos’

Graffiti moet zich niet onschadelijk laten maken door het label van ‘kunst’

Het museum als dierentuin waar gevaarlijke dieren onschadelijk worden gemaakt.

De koning der dieren, zo mak als een lammetje, geeft braaf pootjes.

De enige kunst is kunst die geen kunst heet.

Enerzijds voorkomen musea dat we verscheurd worden door kunst, anderzijds worden we onder schot gehouden door het kijkcijferkanon in het beeldscherm.
Grafitti is het levend bewijs dat men zelf in het gebied is geweest, in ‘no go area’

Sjoemelperfectie

De welgetempereerde pianostemming leert ons dat er geen ideale, absolute verhoudingen bestaan. Er blijft altijd speelruimte voor fluctuaties. Perfect balanceren betekent schommelen. Die subtiele schommeling maakt dat een toon leeft.
Bij een perfect berekende stemming ontstaat ergens in binnen het octaaf een wolfskwint, niet om aan te horen zo vals.

Afstemmen dwingt ons te sjoemelen met de verhoudingen.

Sjoemelen is een mooi woord voor improviseren, van de nood een deugd maken.
Voor de valse noot wordt een sonore oplossing gevonden. Bij teveel harmonie gooien we een dissonant in de vredige vijver.
Buiten de muziek bestaat er ook veel improvisatie, de dagelijkse praktijk vraagt dat nu eenmaal, omdat leven niet in formules te vatten noch in een gebruiksaanwijzing. De praktijk is altijd anders. Wie kookt werkt met de dingen die voorhanden zijn, je moet het er maar mee doen. Roeien met de riemen die je hebt en zelfs roeien zonder riemen, zonder boot.
Wie bestuurt, of het nu een auto, een schip of een land is moet constant reageren op de levende praktijk. Daar helpt geen diploma, rijbewijs of een wetboek.

Natuurlijk kun je ook een recept uit een kookboek volgen, maar gelukkig is de mens zo onhandig, onnauwkeurig en inconsequent dat het altijd anders uit zal pakken.

Voor de een zal het te zout smaken voor de ander te flauw. Domweg omdat de een veel papillen op zijn tong heeft en de ander te weinig.

Gesprek met de uitgever

We hebben uw manuscript gelezen, u hoort dus stemmen?
Natuurlijk hoor ik stemmen en ik luister graag naar ze. Wildesheim zegt ergens:
‘Wie geen gehoor geeft aan innerlijke stemmen laat zijn geesteskinderen verhongeren, wie kan zo harteloos leven?’

Bent u een psychiatrisch patiënt?
Als twee druppels water, met dit verschil; dat ik van mijn muzen hou, alleen een patiënt wijst zijn muzen af.

Het enige wat u van een gek onderscheidt is dus dat u het opschrijft?
Dat zou heel goed kunnen, ‘expressie is een feestje van de geest’, ook weer Wildesheim.
Zijn de stemmen die u hoort niet veel te particulier om lezers mee lastig te vallen?
Dat is schijnbaar zo, maar is het niet de taak van het schrijven om het universeel te maken of op z’n minst invoelbaar en zo belevingswerelden uit te breiden?

Hoe kun je het persoonlijke universeel maken?
Kom op zeg, lees Wildesheim; ‘het persoonlijke is universeel, alleen het zwijgen en het verbergen van het persoonlijke maakt dat het particulier lijkt.’ ‘Schaamte is de schepper van het persoonlijke.’
Wat is dat nou weer, Wildesheim zeker, ik dacht dat schaamte omgekeerde ijdelheid was!

Zoals u hoort te weten sluit niets elkaar uit.
Dus zonder schaamte zou alles universeel zijn?

Ik ben bang dat wij uw werk niet in ons fonds kunnen opnemen, u rept met geen woord over bedrijfsmanagement.

Meningcircus

Circus Opinie is weer in de stad neergestreken.
Een enorme tent op het plein, zelfs de kleuren schreeuwen.
Het is een doorlopende voorstelling van gekakel en gekrakeel.
Het ene stokpaardje na het andere springt door de brandende hoepel van de publieke opinie.
Een te dikke directeur, een roze olifant, kondigt brallerig de afgerichte kudde zwarte schapen aan en natuurlijk…tromgeroffel….de daarbij horende zondebok. Het publiek huilt mee met de roedel wolven die als daadkrachtige slachtoffers collectief op hun rug zijn gaan liggen met de pootjes omhoog. Een troep afgetrainde nijlpaarden klimt nu in de waan van de dag, kijk ze slingeren in de nok zonder vangnet, goed, ze wegen ook niks meer.. Dan komen de clowns, overduidelijk dezelfde zondebok met dezelfde wolf, nu vermomd en vrolijk afgeschminkt. Ze doen heel leuk.
Buiten worden bezoekers gëinterviewd.
Overal beren op de weg, als je hen mag geloven.