Fantoomopa

Mijn grootouders heb ik nooit gekend. Gelukkig maar zou je bijna zeggen maar dat zou hardvochtig zijn.
Van horen zeggen kende ik hun zwoegende levenslopen…en nog meer door het beladen zwijgen van hun kinderen, mijn ouders. Verzwegen hardvochtigheid, egoïsme, benepenheid.
Het verlangen ze te leren kennen kwijnde vanzelf weg naar gelang je mondjesmaat meer details vernam.
Zoals er fantoompijn kan zijn van een geamputeerd lichaamsdeel zo kan de aanwezige afwezigheid van fantoomopa’s en oma’s voelbaar zijn binnen een gezin. Hoe dan? Door hun niet te missen oproep om te vergeven, te delen en ruimhartig te leven.
Je kunt deze fantomen niet missen, een kind wenst zijn ouders van nature de beste ouders toe. Sommige kinderen gaan de betere ouder spelen voor hun ouders. Zo zijn kinderen, ze voelen intuïtief het tekort en gaan dat spontaan aanvullen. Het leven draait de rollen om.
Ouders baren kinderen, maar soms moet het kind zijn ouders ter wereld brengen. De leerling onderwijst de leraar hoe hij moet lesgeven.
Het gewas leert aan de boer hoe ze het best tot bloei komt.

Varkoe


Een jonge big drinkt melk bij de jonge koe, puur varkensgeluk.
Hij gaat er lekker bij zitten, de melk druipt uit zijn mondhoeken.
De koe vindt het goed en graast verder, soms draait ze een slag
alsof ze wil zeggen, probeer die andere uier ook even, wil je?

Het is aandoenlijk, ruimhartigheid die de soorten overstijgt.
‘Twee geloven op één kussen, daar slaapt de duivel tussen’
Maar zet ze samen in de wei en ze leven vrij en blij.
Melk druipt waar het niet gaan kan. Overvloed deelt zich mede.

We zien hier evolutie in volle gang aan haar nieuwe soorten werken.
De omnivoor zuigt zijn kennis uit de vegetarische koe.
Ze groeiden samen op in deze wei, wie zijn zij, koevark…varkoe?
Weten zij veel, ze zijn veel meer, ze denken niet ruim, ze zijn ruimlevend.

Hopelijk blijft deze idylle uit handen van de ranzige sensatiepers.
Voor je het weet staat er: Jonkheer Big van Geitenstein
heeft gistermiddag op klaarlichte dag een minderjarige kalf
leeggezogen, het hele landgoed lag onder de melk!!!

Gelijkenis

Fijnschilder Frederik Velg legde de laatste hand aan zijn portret van Wilfried van Orsbeek, pater familias van een roemrijk geslacht. Voor de bejaarde aartsvader zelf hoefde het niet zo nodig, liever niet zelfs. Waarom niet dat kon hij niet goed onder woorden brengen, maar de familie stond erop, de macht der gewoonte dwong.
De kunstenaar was enorm gespannen om het uiterste uit zichzelf te halen, omdat de geportretteerde het portret al twee keer geweigerd had toen hij het hem liet zien.
Niet dat van Orsbeek zo’n moeilijke man was maar hij was wel oprecht en trouw aan zijn eigen oordeel. Hij kon zich er oprecht niet in herkennen. In de verste verte zelfs ziet, maar dat had hij voor zichzelf gehouden om de gevoelige kunstenaar niet onnodig te ontmoedigen. Het was Velg wel opgevallen dat zijn model een ongrijpbaar gezicht had, maar kon natuurlijk niet vermoeden dat de man bewust nooit in de spiegel keek. Na de tweede weigering had hij zijn model vriendelijk om advies gevraagd;
“moet de mond anders… is de neus te geprononceerd… de ogen te wijd uit elkaar?”
“Welnee, had van Orsbeek gezegd, elk onderdeel op zich is perfect, maar het geheel klopt niet voor mij, ik herken mij er niet in, zo simpel is het!”
Zijn vrouw en kinderen keken er anders tegenaan, ieder op zich herkenden ze wel iets van zichzelf in hun vaders portret, al viel ieder weer op een ander detail.
Met pijn in het hart was de fijnschilder naar huis gegaan zonder enig idee hoe hij het portret zou kunnen verbeteren. De tientallen foto’s die hij van de man had gemaakt gaven steeds weer een ander beeld van de verweerde gelaatstrekken.
Als het nu niet goed was zou hij de opdracht teruggeven, zo had hij voor zichzelf besloten. Vandaag zou hij het werk afleveren.
De oude man had diep nagedacht over het schilderij en waarom hij zich er niet in herkende. Hij zag op tegen de consequenties van zijn oprechtheid, maar hij kon zichzelf geen geweld aandoen.
De schilder kwam omzichtig binnen om zijn laatste poging te laten beoordelen, terwijl hij het schilderij wilde uitpakken begon de pater familias schoorvoetend;
“Laat het maar ingepakt…ik ben u een verklaring schuldig… mijn leven lang heb ik geleefd zonder zelfbeeld…en zo wens ik ook te sterven, zonder zelfbeeld…het is echt niet uw schuld dat het niet lijkt…geen enkel portret zou lijken op een afwezigheid…
ik zal u rijkelijk betalen voor uw werk, maar neemt u het alstublieft mee naar huis…het is uw portret…ik zou mijn laatste jaren niet kunnen leven als het portret mij dagelijks op de vingers zou kijken, ik zou zijn blik gaan ontwijken”
Verbouwereerd stond Velg even later op de stoep en vroeg zich af of hij niet in al zijn werk louter zichzelf had vereeuwigd, in zelfportretten?
Je herkent natuurlijk in iedereen jezelf, realiseerde Velg zich.

Dialoog en personage

Wat is het verschil tussen dialoog en personage, is er wel verschil?
Wat blijft er over van de persoon of de persoonlijkheid als je ‘zijn’ verhaal weglaat? Hoe beschrijf je dat overblijfsel zonder opnieuw een verhaal te maken? Uit de dialoog komt de persoon naar voren.
Een dialoog bestaat dankzij conflicterende inhouden.
Inhouden die elkaar wantrouwen en bevechten met of zonder argumenten. Zonder conflict geen dialoog, lost het conflict op dan eindigt de dialoog. Zonder dialoog geen persoon.

Zonder verhaal komt de mens achter het personage pas naar voren.
Persona betekent masker, de persoon is er niet om te onthullen maar om te verhullen. Wat is het dat het masker moet verhullen? Dat er niets achter het masker zit?

Waar blijkt het wezen van de mens uit? Uit zijn handelingen, uit gedrag.
Die mens zonder verhaal is niet persoonlijk, niet vastomlijnd, ongeprofileerd, meer een mogelijkheid dan een resultaat. Als mensen elkaar blind vertrouwen zijn er nauwelijks woorden nodig, een half woord voldoet. Blind vertrouwen heeft niets te melden. Alleen handelingen kunnen vertrouwen scheppen en herstellen. Woorden moeten waargemaakt worden door de daad, anders zijn ze loos. Gaat de daad aan het woord vooraf dan zijn woorden overbodig. Hoe kun je vertrouwen winnen, door betrouwbaar te zijn?
Nalatigheid als handeling is in vele gevallen het hoogst haalbare.

De monologue interieur verschilt niet wezenlijk van de dialoog,
het is een interne dialoog tussen deelpersoonlijkheden die ervan houden om elkaar tegen te spreken. De monologue interieur is een private dramavoorstelling in de bovenkamer,
Shakespeare tussen de schuifdeuren, je speelt zelf alle rollen en je bent het publiek. Wie het doorziet geniet van de komische aard van deze hele opvoering. Deze klucht voor echt aanzien noemen we tragiek.

Natuurlijk kun je ook dialoog voeren zonder enig conflict als je weet dat de dingen probleemloos naast elkaar kunnen bestaan.

Indianenverhalen

“Je kunt het zo gek niet bedenken of het bestaat echt” ,sprak opperhoofd Grijze Brij bedachtzaam terwijl hij ons rondleidde over het lege parkeerterrein van zijn casino in Colorado.
“Omgekeerd gezien gebeuren er zulke bizarriteiten dat je ze nooit zou geloven wanneer ze in een boek beschreven werden als waargebeurd, te gek voor woorden”
“Vroeger woonden er echte indianen in Amerika…echt waar gebeurd…nu hoor je alleen nog indianenverhalen en zijn de eeuwige jachtvelden vergeven van betekenisloze rooksignalen” zei Grijze Brij wijzend naar het gigantische billboard waarop een zonsondergang stond afgebeeld, alsof de zon reclame behoeft.

“Naar het totaal gekeken is de manifestatie van deze wereld natuurlijk een absoluut toppunt van onvoorstelbare eigenaardigheden: de veelvormigheid van schepsels, het gedrag van die schepsels, de denkbeeldige scheppingen van die schepsels die hun dromen waarmaken en hun nachtmerries.”
“Dit is het enige casino in ons reservaat, het zorgt voor de herstelbetalingen aan de nabestaanden van onze gemeenschap. Gokverslaving is de enige kans op rechtvaardigheid en respect onder deze kapitalistische bezettingsmacht”
We staan achter het billboard om de echte zon te kunnen zien.

“Onze voorouders wisten altijd al dat dit hier, de levende transcendentie is”

“Is deze werkelijkheid zo al niet miraculeus genoeg?”
“Het meest wonderlijke is dat mensen nog eens op zoek gaan naar nog meer wonderen, alsof dit alles nog niet wonderbaarlijk genoeg is, ze zoeken naar het wonder boven wonder!”
“Is het geen wonder boven wonder dat mensen deze manifestatie als gewoon zien, als normale ‘business als usual’?”
De zon ligt nu precies op de horizon waar ze in weg zakt.

“Armoedige materiële visie vormt de voedingsbodem voor de gokverslaving…
het wonder van die ene kans uit duizenden, het kortstondige geluk van de winst, dan voelt een gokker pas dat hij leeft”
“Het casino stelt ons in staat rechten terug te kopen, nog nooit had ’the administration’ zoveel respect voor ons natives, geld is de enige taal die hier spreekt!”

“Dit is het wonder boven wonder, de diepe slaap met de ogen wijd open…en dan maar dagdromen van een verlosser die zal komen, in de persoon van een croupier” ,zegt Opperhoofd Grijze Brij weemoedig.
“Het is als een ijsberg die op zoek is naar de grote oceaan”
“De zon is de grote verlosser”