Tegenhetlijflopers

Het leuke van een hond hebben is dat je allerhande mensen ontmoet die je anders nooit tegen het lijf zou lopen. Het zijn niet altijd hondenmensen, vaak loopt een vader met afgrijzen het hondje van zijn kind uit te laten of past oma op de jachthond van haar drukbezette dochter. Soms verstrekt de hond een mooi alibi om even lekker te roken en stoom af te blazen. Sommigen hebben een hond om even al hun sores te kunnen spuien tegen de eerste de beste hondenbaas. Het nadeel van de hond is dat je sores moet aanhoren die je liever niet tegen het lijf loopt.

Het zijn soms rare interacties, vooral als de honden elkaar niet moeten, kijken de baasjes elkaar erop aan. Honden zijn net mensen, zegt de een wat dan plast de ander er meteen overheen. Vaak leren ze elkaar nooit echt kennen, ze ruiken aan elkaar en trekken conclusies uit de geur. Wat voor de één eau de toilet is is voor de ander een weerzinwekkende stank.

De meest aandoenlijke hond die ik ooit tegenkwam was een jonge Ierse Wolfshond, een schoothondje, geboren in een veel te groot lichaam. Zijn baasje stak slechts één hoofd boven zijn hond uit. Alleen zijn kop zou net op de schoot van zijn baasje passen.

In mijn fantasie zag ik zijn baasje eerder bij de wolfshond in de mand liggen. Een mand ter grootte vanaf een kleine roeiboot. Fantasie is altijd net zo ruim als nodig is, ze maakt alles passend. Kijk maar naar je dromen: de meest onverenigbare inhouden worden tot één verhaal gesmeed.

Alles gaat over verhoudingen en hoe de dingen zich verhouden. De wereld lijkt wel een proeftuin van verhoudingen. Hoe ver kunnen we gaan tot alle verhoudingen zoek zijn?
Alleen fantasie, verbeeldingskracht kan moeiteloos alles met elkaar verenigen, ongeacht de afmetingen, ongeacht onverenigbare inhouden.

We kennen een blind hondje die met zijn neus kijkt, een kleine allemansvriend.
Blind van vertrouwen. Zijn baasje is zijn blindegeleidemens, zijn stem werkt als een onzichtbare hondenlijn. Een perfecte verhouding. Ook al zul je hem nooit zien, je houdt van die hond en haar baas.

Eikhaas

Als je iets nieuws eet weet je letterlijk niet wat je proeft, onvergelijkbaar.
Verwacht je bananensmaak en je proeft een aardbei, dan is dat een klap in je gezicht, misschien een heel lekkere klap, maar toch, de verwachting verpest het, ook al smaakt aardbei nog zo goed. Vergelijken is een vervelende aandoening met nare bijwerkingen.
De eerste keer is bepalend voor je verdere smaakervaring:
Tref je meteen de beste aardbei, de lekkerste mozzarella of de perfecte mango dan is alles wat daarna komt een tegenvaller of op z’n best een bevestiging.
Tref je een wateraardbei of een mozzarella van echt rubber met stopverfsmaak of een gegiste draadmango dan valt alles daarna mee. Of je besluit om het maar nooit meer te proberen.
Wie het beste kent wordt vanzelf kieskeurig, iets voldoet zelden aan die hoogste eis.
Natuurlijk is de grap dat iedereen denkt het beste te kennen en dat klopt natuurlijk ook, alleen al die vormen van ‘het beste’ hebben niet dezelfde kwaliteit, en dat valt ook niet na te gaan.
Een matige mango is voor sommigen ultiem omdat ze niet beter weten, elk slechter exemplaar bevestigt die overtuiging. Het beste exemplaar wist al het voorgaande uit.
Degenen die meteen van alles het beste krijgen zullen veel teleurstellingen moeten verwerken. Dat is de zegen van een slecht geheugen, smaak krijgt vleugels, alles smaakt elk moment weer nieuw.

Het laatste nieuwe dat ik proefde was de ‘Eikhaas’. Een goddelijke bospaddestoel, die als een enorme bloemkool aan de voet van een eikenstronk verschijnt.
Het was de eerste keer, meteen ultiem, de heerlijkste eikhaas die ik ooit (dwz. nooit eerder) geproefd had. Je weet dus niet wat je proeft. Nu smaakt het voortaan naar die prachtige naam, Eikhaas. Hardgebakken in roomboter met olijfolie, zout erop en eindeloos kauwen met een stukje oud brood.
Directe ervaring is niet overdraagbaar, daarvoor is taal ontoereikend.
Taal kan je aan de afgrond brengen maar dan zul je toch echt zelf moeten springen in het ravijn van de Eikhaas.

Luister

Luister, zei de man die op een vrouw leek; je mag hier wonen, eten, slapen, maar je krijgt geen huis…je lichaam heb je immers ook maar te leen,
het is niet van jou…zorg er dus goed voor…en maak je nooit zorgen…

Maar waar moet ik mij melden?

Luister…je mag je hier nooit ergens melden…
Je mag en kunt jezelf nooit identificeren…nooit legitimeren…
gooi al je papieren, als je die nog hebt, zorgvuldig weg,
daar heb je hier niets aan…!

Maar!

Stil maar…neem dit nu van mij aan…zo gaat het hier nu eenmaal…
we hebben hier geen tijd voor het waarom…

Waa…!

Luister…geloof niets van wat je verteld wordt…ook niet van wat ik je vertel…vertrouw op je onderscheidingsvermogen, je weet het…met al je zintuigen en het onzintuiglijke weet je wat zin is en wat onzin is…

Waar zijn we nu?

Luister…we zijn nu hier, op de enige plek in het hele universum…waar we elkaar kunnen ontmoeten.

Heeft deze plaats dan geen naam?

Luister, voor ons niet…maar zij die zich buitenstaanders wanen noemen dit Wiemandsland.

Dan bent u dus een ‘Wiemand’…?

Luister, Luister…luister…luister.

Metaforencollier

Elk collier begint met een sluiting en eindigt met het slot.

Ten slotte is dit het begin van het einde, metaforisch gezien.

Metaforen vertonen gelijkenis met schakels, taalschakels,

schakels die een tautologische ketting van gelijkenis vormen.

Kettingreacties van betekenissen, ze grijpen in elkaar.

Betekenissen lossen op in ongrijpbaar inzicht.

Het inzicht dat dit collier van taal alleen maar versiering is.

Versiering die alleen maar verwijst naar een prachtige hals.

Deze hals is het wezenlijke waarnaar verwezen wordt.

Dit verwijzen is de halszaak die alle taalspelen overstijgt.

Het taalspel bespeelt de spelers die de hals niet zien,

spelers die zich blindstaren op talige versierselen

worden door sier geketend, door taal ingesloten.

Dit slot is de sluiting van dit collier,

een sluiting die ontstond in de geest.

Eerlijke thee

Globalisering is de samenvatting van alle ideologieën die er ooit geweest zijn.
Waar begin jij nu weer over, we hadden het er juist over dat alle grote ideologieën aan het verdwijnen zijn, wil je thee?
Welnee, ze worden alleen maar wat kleiner en ze maken zich sterker tegenover elkaar.
Wil je nu zeggen dat je globalisering niet als eenwording ziet…met suiker?
Globalisering is de meest cynische ideologie die wereld ooit gekend heeft, het is een alibi voor de multinationals om de laagstelonenlanden te koloniseren.
Ze spreiden toch de welvaart? Eerlijke thee trouwens…Max Havelaar!
Ze mengen zich in landen waar ze nooit zouden komen als daar geen grondstoffen te roven waren en als er geen loonslaven zouden wonen, het is een door en door koloniale politiek, weliswaar niet door een overheid maar door het bedrijfsleven zelf.
Maar door de handel en de culturele uitwisseling wordt de wereld toch meer verenigd?
Dat zou zo zijn als er rechtvaardig gehandeld werd, vanuit gelijkwaardigheid en vanuit een gemeenschappelijke visie…schenk nog maar wat bij!
Dus je vindt globalisering geen gemeenschappelijke visie?
Dat is toch evident, vanuit ongelijke behandeling worden de oude ideologieën nieuw leven ingeblazen op lokaal nivo, het versplintert de gemeenschap.
Economen kijken daar anders heel anders tegenaan…ik heb m’n tong gebrand.
Ja, sterker nog iedere econoom kijkt hier weer net even anders tegen aan, afhankelijk van zijn eigenbelang…hier heb je een glas koud water!
Economie is toch een wetenschap, hoe zou wetenschap tot zoveel verschillende opvattingen kunnen leiden?
Ik moet je corrigeren, economie is totaal geen wetenschap…ze hebben er een wetenschap van proberen te maken naar natuurkundig model en de wiskunde hebben ze misbruikt om er een aura van harde wetenschap aan te verlenen…voorheen kwam economie uit de moraalfilosofie voort.
Wil je daar weer naar terug dan? Gooi dat hele glas maar in de theepot!
Wat ik wil doet niet ter zake, maar economie is door en door politiek en hangt aan elkaar van geloofsovertuigingen, economen zijn hogepriesters die hun eigenbelang veiligstellen…Wel erg slappe thee zo!
Kom op nu overdrijf je wel ernstig, zowat elke religie is op z’n retour, toch?
Ik ga je niet weer corrigeren, maar het is naïef te veronderstellen dat religie alleen op bovennatuurlijke zaken betrekking zou hebben, elke maatschappij is doordrenkt van geloofsovertuigingen…drinkt wel lekker weg, zo slap.
Noem eens wat dan…?
Geschiedenis, identiteit, tradities, politiek, economie en andere schijnwetenschappen.
Amen…dank je voor de hete thee.
Voortaan maken we hem meteen slap!

Kort bestek

Het is kil hier in het duister na de laatste herschepping en dat warme bad.
Gebruikt worden is voor ons het paradijs. Wij leven in het verlangen om gebruikt te worden, zonder dat zijn we naamloos, betekenisloos.
Ik hoor bij de scheppers, anderen dienen meer om te prikken of te snijden.
Waarom en wat we moeten scheppen, prikken of snijden? , geen flauw idee!
Maar het is heerlijk om door een rozige holte te worden afgelebberd, zacht en warm, een hoogtepunt in mijn kille bestaan.
Hoe weet ik dit allemaal? Puur door te voelen…wij van het metalige hebben geen ander zintuig dan onze betastzin, daarmee voelen we helder…soms zo helder dat het bijna zien wordt…en weten.
Gelukkig voel ik tijdens het verwachten meestal niks of zou niks voelen ook gevoel zijn?
Tijdens dat niks bid ik tot mijn ijzergod, die heerlijk kil is en koud. Ik bid om de zin van ons leven te geven, om gebruikt te worden, herboren.
Maar wat is er dan zo heerlijk aan kil en koud?
Domweg de regel van het verschil.
Vòòr de ijzergod leefden we in de godgloeiend hete hel, waar ijzer heet is als het gesmeed wordt, pas na het hete smeden treedt de kille winter in van de vaste vorm. Kil en stil liggen we hier…wanneer komt dat wat het verschil maakt? Gelukkig weten we niet wat tijd is, onvoelbaar, ontastbaar.
Die willekeur van ingebruikneming is zo opwindend, altijd komt ze onverwacht. Tot dat ene bevrijdende moment zijn we overbodig.
Plots schuift de bodem onder ons heen en weer, we rinkelen van schrik in het daglicht dat we voelen op onze glimmende huid.
Dan komen de zachte roze grijpers om onze ijzeren lijven te betasten, fantastisch.
De grootste onder ons is opschepper, verzilverd ijzer, hij gaat ons voor in het gebed.
Ik voel het, in heel mijn wezen doordringen, de warmte: ik word opnieuw geschapen doordat ik schep!

Boefkunde

We kunnen kort of lang praten over nurture of nature, maar het komt uiteindelijk toch neer op ‘het ontboeven van gedrag’.
Aangeboren of aangeleerd is om het even.
Hoe kun je gedrag ontboeven?
In de eerste plaats door zelf boef te worden.
Boeven vang je met boeven.
Wat is het wezen van de boef?
Dat hij geen contact heeft met zijn wezen?
De boef denkt dat hij een ding is dat dingen nodig heeft en
dat die dingen zijn eenzaamheid en pijn zullen verzachten.
Wie de boef duidelijk weet te maken dat hij geen ding is
heeft de misdaad bestreden.
De eerste misdaad is jezelf beroven van je wezen door jezelf voor een ding aan te zien.