Tocht

Hond dwong ons tot wandelen in harde ijswind rond sportterrein.
Kabaal van sporters woei over de dijk over ons heen.
Wind rekte geschreeuw uit tot ijle klankvlagen.
Geleidelijk nam het geluid af naarmate de tocht vorderde.
Wat is wind anders dan tocht? Aan de andere kant verdween het geluid geheel, alleen de wind zelf flakkerde nog strak in onze oren. Het sportrumoer waaide ver van ons vandaan, naar een toekomst voor anderen bestemd.
Of was de wedstrijd al afgelopen? Boven op de dijk zagen we dat de wedstrijd in volle gang was, in stilte. Een duel tussen doofstomme voetballers leek het… De scheidsrechter had geen vat op ze. Hij floot..niemand hoorde een fluit.
De harde wind boog elke bal uit zijn rechte baan. Het was grappig om te zien. Soms leek de bal stil te blijven hangen in de wind. De ijswind won, de wedstrijd werd gestaakt.
De tocht juicht nog in onze oren.

Behang


Het ideologisch behang dat het zicht benam krulde los in de hoeken,
hele banen lieten los. Geen wonder, het weer regende er van buiten gewoon tegenaan,
er bleek geen muur achter te zitten. Zonder behang is het uitzicht rondom.
De bovenkamer is een raar gebouw. Het dak van bange vermoedens kan er ook
vanaf, een dun laagje pleisterwerk tegen een laaghangend wolkenfront.
Over de bodem is minder bekend, het schijnt moerasachtig van gemengde gevoelens en
ademsteunen. Die steunen zouden het fundament vormen van het gebouw,
steeds opnieuw groeien ze via de benen diep in de onderwereld.
Adem is een ongefundeerd blind vertrouwen in het bodemloze.
Elke ademvoetstap is er één, die wortelt in dit thuis.

‘Adem is de levenswandel van niemand in het bijzonder’ F Wildesheim

Weeshuis voor zwerfzinnen

Wat een mooie open inrichting heeft u hier.

Stil even, ik hoor stemmen als u tegen mij praat, nu net weer trouwens.

Ja, zie je wel, ik ben toch blind.

Ik zwijg mijn mond voorbij, als niemand mijn gebarentaal maar gehoord heeft.

Ik ben hier nog nooit zo vaak mezelf geweest, vroeger was ik daar iemand anders, later hoop ik overal iedereen te worden.

Dames en heren, geachte afwezigen, graag een staande ovatie voor het applaus..

En dan nu, de toekomst! Daar komt hij aan…maak plaats!

Ruimte in zicht! Rustig jongens, niet meteen alle ruimte innemen!

Wat zeg je? Nee, ik hoor het ook niet, versta je me?

Hmm, toch precies helemaal wat ik mij er niet van kon voorstellen.

Jij bent het toch? Of ben je iemand anders…nee nu zie ik het, je bent geen van beide.

Als ik mij niet vergis weet ik het zeker…dat ik twijfel.

Ja lach maar, maar mijn tijd is voorbij. Tijd is nooit te laat om voorbij te zijn.

Ach, eindelijk niemand die mij begrijpt.

Nee toch, heb ik mij toch lelijk vergist. Het zit mooi anders.

Ik ga nooit op vakantie, alleen ‘s avonds laat, lekker zonnen in het maanlicht.

Overbodigheid, ik snap niet waar dat voor nodig is.

Nee, ik ben het niet, ik lijk alleen op mijzelf.

Als ik dat had geweten, dan had ik mij de toekomst heel anders voorgesteld.

Het uitzicht wordt hier ieder jaar duurder, mooi hè?

Ja, ik heb dus eigenlijk niets te zeggen, dus dat doe ik dan ook maar doorlopend.

Ik verklaar nu deze opening voor gesloten, u mag het naar eigen inzicht inrichten.

Bashõ saké

Een oude vijver
een kikker springt van de kant
plons in het water

Het oude water
een vijver plonst van kant
de kikker springt

Een oude springt
de kant kikkert in het water
van de plonsvijver

De plons vijvert
het oude kikker watert
de kant springt van de

De kant watert
een oude plons kikkert
de spring van de vijver

De oude katerwant
een vijver van de kikker
springt in de plons

Een oude kantkikker
in de pijvervlons
van water springt

De spikker vringt
in de platerwons
de koude ijver

De spater klingt
plant ijver van de wrikker
de koude spons

(als Bashõ teveel saké drinkt)

Osho Ozamaki uit: ‘Meester van het Manke Vers’ FutonPress 2014

Wapen


Wapens moorden niet uit zichzelf, ze zijn handelingsonbekwaam.
Uiteindelijk is taal het wapen dat dagelijks slachtingen teweeg brengt,
zo schijnbaar onschuldig, terloops…tussen neus en lippen door.
Taal is vernietigender dan een mes, een vuurwapen of een atoombom, waarom?
Omdat de menselijke intentie besluit om die bom te gooien, de trekker over te halen of een mes te trekken.
Wat zijn intenties anders dan mentale taalconstructies?
Beweegredenen bestaan uit zinnetjes die zin proberen te scheppen om het eigen bestaan te rechtvaardigen.
Het bestaan vraagt ons niet om rechtvaardiging, dus waarom dwangmatig onszelf bevestigen? De directe ervaring is non-verbaal en die heeft genoeg aan zichzelf.

De verbale mens is de initiator van oorlogen, oorlogen tussen mentale wereldbeelden. Wereldbeelden rechtvaardigen de vernietiging van andere wereldbeelden. Zelfs het meest humane, empathische wereldbeeld wordt geconfronteerd met de mensen die het humane en empathische verafschuwen en er hartstochtelijk op spuwen.
De non-verbale wereld heeft geen wereldbeeld nodig, ze heeft al miljarden jaren gefloreerd, lang voordat de verbaliserende mens zich liet gelden. Zonder wereldbeeld gaat het ook, ze beweegt precies genoeg zonder onze beweegredenen.
Zonder mensen gaat het trouwens ook.

‘Natuur taalt niet naar taal’ F. Wildesheim

MoPRA


Our vriend Walt Wiemand is a Niet-Westers journalist, for de duidelijkheid:
‘Niet-Westers’ is het recent opgerichte Antropologische Artmagazine…
Wiemand went on bezoek in het new ‘Museum of Postmodern Rare Art’
,filiaal Nieuwegein, to de exhibition ‘Out of the old Box’
‘Inderdaad, kunst uit the oude doos kennen we nu wel, we thought, we go eens buiten the old doos koekeloeren’ ,explains curator Strein Keuvels luchtigjes.
Krein comes uit of de supermarktbranche, een zijtakje van het Omni-concern that wereldwide vooral in vastgoed doet. Het concern laid de laatste jaren under vuur, werd accused van Lokatie-kolonialism, het bleek echter juridisch nog net legal. ‘Legitiem is something verschillend’,Kreuver affirms.
Kleuvers is a frisse wind in de bedaagde museumworld, hij dacht when hij voor the first tijd het Rijks bezocht: ‘Dat can ook heel anders, better en more efficiently!’
Het MoPRA looks er exact uit als a supermarket, a dikke vet knipoog naar de kunstmarkt…it is feitelijk postmodernism in optima forma…eigenlijk zou Neo-Postmodern het most de lading dekken.
De bezoekers can with the winkelwagentje or the mandje through de collection dwalen of in the webwinkel waar you virtual het museum can visit , sommige kunst kunt you download and zelf uitprinten or gewoon laten thuisbezorgen. Indien necessary komt de MOPRA-assemblagedienst bij u thuis om the work voor you in elkaar te zetten en uit te explainen what you erin kunt see or not to see.
In ‘Out of the Old Box’ zijn de works ingedeeld in categories:
Art if Visual, Eigenaardig, Very apart, Heel bijzonder, Extra-Ordinair en Ronduit Bizar.

‘Het is verbijsterend, but je know soms echt not waar you naar looking at!’
‘It is een rare collection…what de works gemeenschappelijk hebben is dat they uit oppervlakken bestaan’ , zo weet Kleurvers de collectie raak te typeren …en waarschuwt hij:
‘Oppervlakken kunnen best wel very confronterend zijn!’

Keurvels werkt now already aan de next exposition: ‘Daydreaming Nightmares’.
‘Why alles in the engels taal?’ , vraagt Walt nog nietsvermoedend.
‘This is nog only maar a pilotproject, Omni-concern will this concept worldwide uitrollen’

Zwamtaal


Het naïeve idee dat taal voor communicatie dient leeft nog onder veel mensen.
In werkelijkheid is taal een geheimtaal, voor ingewijden.
Ingewijden wensen zich zo te onderscheiden van ‘de anderen’ ,wie dat ook mogen zijn.
De ingewijden accepteren alleen ‘ons soort mensen’ ,dat wil niets anders zeggen dan mensen met hetzelfde belang.
Taal is belangenbehartiging.
Juridische, politieke, filosofische, religieuze taal is uitsluitend.
De taal van de straat is uitsluitend.
Elke taal is Babeltaal.
Dat religieuze taal uitsluit is natuurlijk bij uitstek ironisch, omdat die taal pretendeert de wereld te verenigen, de mensen te verzoenen. Het effect van reli-taal is uitsluiting van ongegelovigen, een splijtzwam.

Wie zich echt tot iedereen wil verhouden zonder uitsluiting van ‘de anderen’ kan de taal beter achterwege laten en overstijgen. In de voorwoordelijke wereld zijn wij allen één en gelijken, ondanks en dankzij onze verschillen.
Alleen het voorwoordelijke domein is inclusief.
Zodra iemand taal bezigt, komt er onderscheid en uitsluiting, al betreft het alleen al die mensen die geen zin hebben om die taal aan te horen of zij die deze taal niet machtig zijn.
Taal is inherent gewelddadig omdat ze de oorspronkelijke natuur geweld aan doet.
De levende werkelijkheid terugbrengen tot een naam is een daad van geweld.

‘In den beginne was er het woord… en het duldde geen tegenspraak’
F. Wildesheim

Photo:Jelle Touw © 2018

Wens

Pas op! Geen gevaar!
Niets te zeggen en toch zwijgzaam.
Buiten breken de wolken.

Pas op! Geen gevaar.
Het begint op de vensterbank.
Niets te zeggen en toch zwijgzaam.

De emmer is halfvol gelopen,
van de regen in de drup uit het plafond.
De bodem blijkt vermeend heel.

‘n futiel gaatje laat de emmer lekken.
van welke wens is dit de vervulling?
De kat likt de plas van de grond.

Pas op! Geen gevaar!
Het begint op de vensterbank.
Niets meer te zeggen en toch zwijgen.

Het staat stil bij het stilstaan.
Wolken zijn heel leeg.
Pas op! Geen gevaar!

Vaas

Mensen, ziet u deze vaas?
Ach, wat hou ik van deze vaas!

Ik sterf nog liever dan verder
te leven zonder deze vaas.

Kwade tongen beweren:
‘Deze vaas is de dood’.

Maar in een wereld zonder
dood kan leven niet leven.

Dan nog liever nu sterven.

Leven is de bloem in deze vaas,
deze woorden…het bloemenwater,
de blik van een lezer…de zon.

Osho Ozamaki uit ‘Meester van het Manke Vers’ ,FutonPress 2014

Kano


Van jongs af aan wilde je indiaan zijn, een nobele wilde in het Botlek-industriegebied.
Rijdend over het wilde braaklandje op een appelpaardje zonder zadel…(goed; het werd een houten hobbelpaard) Op het wilde landje stookte je indianenvuurtjes om rooksignalen te geven aan de volwassen beton&asfaltwereld. Die rookboodschap kwam er bondig op neer dat ze gratis de pest konden krijgen en dat je je nooit zou overgeven. Punt uit. Op het landje beoefende je de tactiek van de verschroeide aarde. Soms brandde het rietlandje helemaal af. Dan stond je achter een struik te gluren naar de brandweer en politie, handlangers van de macht, vissend achter het net.
Onlangs ging je roeien. De nieuwste kano zag er wel wat vreemd uit op het droge, anders dan die lekke opblaaskano van vroeger, maar echte indianen houden hun tradities in leven, desnoods met de modernste middelen.
Nu roei je dus droog op een roeiapparaat. Met je ogen dicht waan je je op open water, een denkbeeldig meer van twee kilometer roei je over. Je voelt de weerstand van het water tegen de spanen. Aan de overkant aangekomen ben je nat, van het zweet.
Je stapt uit op de oever naast de roeimachine en kijkt in de vage verte…de overkant.
Daar ligt het wilde landje van je jeugd. Die indiaan daar heeft zich nooit overgegeven, hij zaait onkruid dat zich door asfalt een weg baant, hij plant betonrot in de volwassen
kantoorbunkers, waar de cijfercowboys wonen.
Volgens de oude Grieken ligt de toekomst achter ons verborgen, voor ons ligt het verleden dat je kunt overzien. Roeien is daar een mooie metafoor voor, je vaart ruggelings de toekomst in. Alleen dit vaartuig blijft roerloos op z’n plaats. Je zit in een dynamische vicieuze beweging, tegelijkertijd zit je stil in een langgerekt heden.
Er vaart eeuwig heden.