Tuinhuis Kabul

Hasan, is onze volkstuingenoot, een voorkomend voornaam Afghaanse heer in driedelig bruin pak.
Ooit bekend fotograaf van het toen nog mondaine Kabul, voor de Taliban verderf zaaide.
Zijn Hollandse tuinhuis hangt vol met glamourportretten van zijn zoons en zijn geliefde leraar, die hem leerde zingen.
Het eerste muziekidool van Afghanistan, sitarspeler.
Ik lees ontzag en verering in Hasan’s blik.
Uitgenodigd als enige buitenstaander, om kipkebab mee te eten en muziek te luisteren.
Hasan is te charmant om te kunnen weigeren.
Buitenstaander tussen vijf buitenstaanders.
Ze spreken hun moederstaal, over kaalheid en dure haartransplantatie.
Twee vrienden zijn kaal en kalend, er wordt veel gelachen.
Borsthaar, schaamhaar, haarkweektechniek.
De kale violist is beveiligingsbeambte, wij zijn harde werkers verklaart hij zonder aanleiding.
Het helpt wel als je kaal bent in dit vak, schrik af.
Zijn oude vriende Nosrat zingt en speelt een klein handorgeltje.
Dertig jaar geleden hadden ze beiden lang haar op de schouders en waren ze voor het eerst op de Afghaanse televisie.
Ze werden op straat herkend, helaas zagen ze zichzelf nooit op tv dankzij de regelmatige stroomstoringen, zo kenmerkend voor Kabul.
Sommigen hebben in Siberië gestudeerd, de tablaspeler is ingenieur met een russische pianiste getrouwd.
Ze speelt helaas nooit meer.
Na een maand in Siberië begon het haar van de violist uit te vallen, er vallen grappen over radioactiviteit.
Na het eten beginnen ze, elkaar aftastend, te spelen.
De tablaspeler is fantastisch, de zanger en de violist meanderen rond de melodie met arabesken.
Om de beurt raken de vrienden in vervoering en breken in gezang uit.
Mijn buurman wijst op zijn behaarde arm, kippevel, zegt hij.
Al spelend herdenken zij hun land, in het kleine tuinhuis.
Ze raken in vervoering als ik over Ravi Shankar en Inyat Khan begin.
Ik wordt uitgenodigd volgende keer mee te spelen op het indiase handorgeltje.
Het valt me op dat ze niet in grenzen denken, ze spreken over hun levenssfeer die Indiaas, Afghaans, Perzisch en Russisch is, hun belevingswereld.
Ze leven niet in een land, maar in hun taal, in hun muziek.
Zonder een stap te zetten ben ik een avond in het toenmalige Kabul geweest, de stad leeft in deze mensen.
Een feestelijk avond.

Het duurt een nacht voor ik begin te landen in het met hekwerken bezaaide vaderland.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *