Bemost evenbeeld

Het raadselachtige van Pollice Grosso is dat er nauwelijks gelijkende portretten van hem in omloop zijn en die er zijn maken de verwarring rond zijn persoon alleen maar groter.
De bekende portretten lijken niet op elkaar, het lijkt alsof de verteller steeds een ander uiterlijk aanneemt.
Sommige luisteraars beweren dat hij verandert in de personages waarover hij vertelt.
Foto’s van Pollice hebben de neiging om te mislukken, onderbelicht of overbelicht.

Het portret waar hij zichzelf het eerste in herkende was een compositietekening die op de gevel van een politiepost was geplakt.
Pollice liep er langs, bleef staan vond het zo goed gelijkend dat hij het politieburo binnenging om te vragen wie de kunstenaar was.
Binnen hingen tot zijn verrassing nog meer dezelfde portretten van hem, het leek wel een kunstgallerie.
Natuurlijk kon hij het onderschrift met het dringende verzoek tot opsporing van de verdachte niet ontcijferen.
De politiebeamte dacht dat Pollice zichzelf kwam aangeven voor de brute gewapende overval, een maand eerder op het dorpsplein.

Pollice vond het een vriendelijke ontvangst, hij kreeg een dubbele espresso en het verhoor ondervond hij als een gezellig gesprek, al was het wat eenzijdig.
Steeds als hij over de kunstenaar begon omzeilden ze de vraag met bijzaken, waar hij geweest was op die en die dag op dat uur.
Na aandringen van de ondervragers mocht hij zijn goede vriend Luciano bellen, die wist misschien waar hij geweest was, maar de telefoon werd niet opgenomen.
Luciano was aan het werk, dus gaf hij niet thuis, ook al deed hij thuis zijn werk.
Pollice was geboren zonder tijdsbesef, hij leefde een horlogeloos bestaan.

De agenten gaven hem te kennen dat hij zonder antwoord op die vraag een paar nachtjes zou blijven logeren.
Pollice was blij verrast want hij had nog geen hotel geboekt.
‘Dank u voor de gastvrijheid’ zei hij ‘ik wil niet lastig zijn, maar zou ik zo’n portret mogen hebben, ik wil er graag voor betalen’
De agenten gaven hem een stapeltje pamfletten met zijn beeltenis om op te hangen in zijn cel terwijl ze begonnen te twijfelen aan de schuld van hun vrijwillige verdachte.
Het ontroerde Pollice dat iemand de moeite had genomen om zijn portret te maken.
‘De kunstenaar van het forensisch instituut komt morgen’ vertelden de agenten.
Pollice verheugde zich op de ontmoeting de volgende dag.
De tekenaar bleek Pollice te kennen, hij was als luisteraar bij verschillende vertellingen aanwezig geweest.
Nu hij hem ontmoette moest hij erkennen dat Pollice inderdaad verdacht veel op zijn tekening leek.
De man begon zich te verontschuldigen voor zijn tekening, maar Pollice wilde daar niets van weten en prees het werk zo de hemel in dat hij de originele tekening kado kreeg.

Lucello kwam Pollice ontzetten door te vertellen dat Grosso op die bewuste dag op dat en dat uur bij hem in de kliniek op de sofa had liggen slapen.
Opgelucht lieten de agenten de verteller gaan, ze waren op hem gesteld geraakt en hadden in vervoering naar zijn avonturen geluisterd

Pollice had na de verklaring van Luciano gevraagd of er ook onbewuste dagen bestonden op welk uur dan ook.
‘Alleen als je niet bewust bent van het feit dat al het verhalende een droom is’ had zijn vriend uitgelegd.

Sindsdien herkent Pollice zijn zelfportret in elke boom, zonsopgang of bemoste kei.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *