De Wet van Het


Verbieden is terecht streng verboden vanwege de aanzuigende werking.

Wat niet mag is extra lekker. Overtreding is een legale smaakversterker.

De betere geheugensteun is een olifant in de kamer…of twee…daar kun je niet omheen, onvergetelijk grijs verleden.

Noodzaak is beter dan strategische ambitie, wat moet is beter dan goed.

Spel maakt het niet beloofde altijd waar, spel is het geschenk in zichzelf.

Verbied daarom het goede en men zal het wensen en het willen leven.

Zeg dat het schone ongezond is en men zal het koesteren en er van proeven.

Verklaar het ware tot leugen en men zal ontmaskeren en het ware recht in de ogen staren.

Verplicht al het slechte en zeg er niet bij wat slecht is en er daalt een vrede over het land.

Negeer verder alles waar je de aandacht op wil vestigen en het wilde zal tam uit de hand eten, als een lam zo mak.

Iets

Iets niet zeggen wil soms iets zeggen. Het zegt iets wat niet anders gezegd kan worden. Iets nalaten laat soms een diepe indruk na. Het laat ruimte na die niet ingevuld kan worden. Iets geen betekenis geven geeft diepe betekenis. Iets negeren is een krachtige bevestiging. Niet krijgen wat men denkt te zoeken heeft meer waarde dan het verkrijgen. Nu blijkt geen enkele betekenis een wezenlijke bestaansgrond en nalatig-heideen ruimte die gelegenheid biedt. Negeer datgene dat denkt te negeren en de hele wereld zal langs komen om dat te bevestigen.

Viert u al

Jou o so persoonlike webzyd blyk defekt, lam…
Groot niksagtige gaatjies val in jou pikselskermpie.
Daar is beslis iets mank aan die sagte ware…
die is nooit nie meer opgedateer of iets.
Er val nooit niksnie meer naar benee te laai
uit die informasiewolkie, geen neerslag van betekenis.
Die harde ware het, dink ek , ‘n baie oue chauffeur in diens,
die nie waag nie in te voeg op de elektriese snelweg.
Natuurlik ‘n logies gevolg van die wet der versnelling
of zoals oue chauffeur seg : die wet van die overdryf.
Daar sit niksnie anders op dan uit te huil bij die dood moederbordjie
om dan die hele tegniese evolusie in die vullisblik te dump.
Het lewe stroom nu onpersoonlik voort,
als ‘n niemand zonder wereldwye webzyd.
Viert u al die tyd? Hierdie is jou wagwoord gewees.
So ‘n geheim raak jou nooit nie kwyt nie.

Wimperling

Ze lijkt in de verte ergens op de fomfaai

het knikkebolkusje van de wimperling

ze is het vlinderzusje van een zindering

familie der smetterling en die botervlaai

schicht door huidtuinen als stille huivering

dwars door een zijdebedonsde duinenkust

die aan de hemelzee van ruimte rust

huidige tastzin smelt, als van een zuigeling

Coccinellida

Also…sprach Wildesheim:

Naakte feiten…
hebben geen kapper nodig

God is dood,
je weet wel die ene
met die te lange baard.

Nietszche is dood,
je weet wel die ene
met die te zware snor.

Atheïsme is dood,
je weet wel dat zielloze,
met haar op de tanden.

Internet is dood,
je weet wel… daar
waar het virtuele komt
groeit geen gras meer.

Maar niet te vroeg getreurd
of een te laat gejuich…want:

Het Liefbeheersbeestje leeft!
In haar larfstadium lijkt ze op
een krokodil die 400 tot 600
bladluizen eet voor ze zich
ontpopt tot Lieveheersbeestje,
de tuingod van iedere tuinder.

Erf


Je had net je geheugen uitgelaten. Niet aan de riem maar los. Het liet wat geurvlaggen achter in de tuin van de ziel. Je merkte dat de oudste herinnering elke keer weer vers is, zo nieuw…het herleeft zich nu. In de schijntijd dat de herinnering werd geregistreerd beleefde zich dat in precies dit langgerekte moment. Zou je terugverlangen naar…?
Nergens voor nodig, laat de herinnering maar hier komen, nu… Herinnering is een kwispelend hondje. Geheugen moet leren apporteren. Het vindt niets leuker dan dat en daarna lekker moe bij de haard uitpuffen zich verheugend op nu.
En mocht je iets niet meer wil weten? Dan staat het jou trouw op te wachten en je aan te blaffen, alsof jij de indringer bent op het erf der vergetelheid.

Schermte

Het eerste scherm ooit was
en is een lege blauwe hemel

Er verscheen vrijwel niets op
behalve een schitterende zon

en als het scherm zwart ging,
op de spaarstand…een maan

verder verscheen er soms een
wolkje waar je alles in kon zien

je kon het lang volgen tot het
weer verdween in het lege scherm

kijk, pixels had je toen nog niet
al sneeuwde het scherm vol vlokken

in die vlokkenjacht loste de wereld
op in wit, geen onderscheiding meer

maar de zon smolt de dingen weer
terug en het scherm ontdooide in blauw

als je lag op de aarde zag je al…
full screen, je droomde wolkvormig

je zag al wat on en mogelijk zou zijn
het scherm vulde zich met droomsels

vogels doorkruisten het beeld als cursors,
gaven richting aan het zien dat volgde

als engelen met een boodschap?
of was het je beeldschermgeest?

nu leken ‘echte’ wolkjes in jouw hoofd
te drijven, met ogen dicht zag je het best

het hemelscherm leek nu binnenwerelds
alles paste integraal in die geesteshemel

werelden reflecteerden in je denkscherm
dat was als een plas waar de maan in dreef

het leek net echt te lijken, maar wat lijkt
kan het natuurlijk nooit werkelijk zijn

die maan in de plas is slechts een lijk
in vergelijk met die echte schijn

het blauwe scherm vervuilde met rook-
gordijnen van stank, vleugeltuigvuil

nu lijkt elk mens zich af te schermen,
zich te beschermen tegen blauw zijn

‘t meest kostbare blijkt schermleegte
onbezette weesruimte en schone lucht

Klus

Een goed doortimmerd verhaal maken was nog een hele klus, zonder Hansaplast. De hamer had inmiddels spijkerpijn in z’n gebutste kop. Het waaibomenhout werkte erg op zijn ijzeren zenuwen. Z’n beste vriend zat klem in een nijpende positie met kramp in zijn tang en sprak mat: ‘Ach, we zijn gewoon metaalmoe!’ Een dolgedraaide schroef draaide er niet langer omheen, ik vind er ook geen moer meer aan. Ondertussen deed de schaaf zoals gewoonlijk weer erg bot tegen de vijl die maar bleef doorzagen over:
‘Doe het zelf, ja Doe het zelf, ja zeg, Doe het lekker zelf…!’
en dat dan net zo lang tot het schap gereed was en terug in de kist.
Het werd er al met al niet mooier op, ‘t leek hier wel een pleisterplaats!

Duizelwek

Ze is wel licht
het meest vreemde
wezen/beestje
niet gemaakt van spul

met een aaivacht
van zwarte nacht
en die orenstaart
van trage kwispelstilte

met duizenden
duizelwek-oogjes
van puur ogenblik
bekoekeloert ze
het wonder
tijdens de thuisvlucht
op onafzienbare vleugels
van ruim verzuim

zo bezeilt ze bezield
haar eigen ademwind
die geurt naar nul

geen pootjes heeft ze
nodig om op te staan
geen rug om tegen de muur

maar

ze is wel licht
in ieder zicht

Poëziel

Wat reeds door en door verrot is
kan mooi nooit meer bederven.

Het ware, het schone en goede
kan geen betere staat verwerven.

De mond bedient zich serviel van
biografisch afbreekbare wegwerptaal
beoefent de kunst van wegsterven.

Het onzegbare zal zich immer
in de wereldpoëziel willen kerven
niets…zo onverweldigend helder

Een eeuwig vergeten gedenksteen
blijft liggen als ongebeiteld graniet
onder meters woest zijnzand

Al is wat ons rest…
deze gelukkige scherven,
want er is geen want.