De betonovergang

In vrijwel elke stad kun je de overgang van de oudbouw naar de moderniteit zien in de succesvolle betonarchitectuur.
Waar het grijze gebied begint, verrijst de moderniteit.

Het mooie van beton is, dat het niet twijfelt aan haar eigen gelijk.
Vol zelfvertrouwen neem ze bezit van elk plekje dat nog zonder bestemming braak ligt, om zich vervolgens twintig verdiepingen hoog te verheffen.
Hoog verheven kijkt het beton neer op de bescheiden laagbouw.
Zo kan ze goed overzien welk laagbouwpand rijp is voor afbraak.

Beton heeft visie en overzicht, en wel dankzij de betonarchitect.
Is het niet geniaal hoe de betonarchitect met de haakse hoek en de rechte liniaal zo’n ongelooflijke variëteit aan betonvormen weet te tekenen?
Hij maakt ons klaar voor de toekomst.

Oudere gebouwen tonen nog de menselijke hand: vloeiende lijnen, details, ornamenten…
Je hoort ouderen vaak verzuchten, dat toentertijd de dingen nog met liefde en aandacht werden gemaakt.
Alsof een rechte lijn niet met liefde kan zijn getrokken!
Alsof een betonmolen niet zijn inhoud vol passie en overgave in een rechthoekige mal zou storten!
Ouderen zijn nu eenmaal niet van de toekomst.

Hele vloeren, muren en façades worden uit één stuk beton gegoten, met alle liefde overigens.
Beton heeft iets monumentaals: geen detail, geen ornament, geen subtiliteit.
Je kunt er niet omheen.
Grijs is een fijne kleur als je ervan houdt.
Wie geen grijsaanbidder is, heeft helaas pech met de moderne bouwkunst.
Je ziet wel eens wat minder geslaagde betonbouw, maar het merendeel is buitengewoon stijlvast.
Strak in het pak.
Bovendien is het snel en goedkoop.

Laatst zei zo’n oudere dat de betonovergang nog het beste beschouwd kon worden als een decor voor de oudbouw, als een achtergrondje waar de oude gebouwen prachtig bij afsteken.
Het zal wel jaloezie zijn.
De oudjes zijn niet van deze tijd.

One thought on “De betonovergang

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *