De geschoren gedachten van Benvenuto

De sofa veerde zacht, Bolzun Faversom droomde die nacht in de spreekkamer van Lucello over Pollice’s verhaal.
Over Benvenuto die als pasgeborene al een meter haar op zijn hoofd had.
Het was een stuitbevalling, het hoofdje kwam als laatste en daarna volgde die weelderig rossige haardos.
De vroedvrouw had nog nooit zoiets gezien.
Het was een mooi jongetje, maar iedereen zag een meisje in hem.
In beginsel wilden de ouders het haar zo laten, maar om verdere misverstanden te voorkomen werd het haar voorzichtig geknipt, de baby was voor het eerst kaal.
Na het knippen ging zijn haar echter nog sneller groeien.
Zoals een rozenstruik nog heftiger uitgroeit als je hem vlak bij grond snoeit.
Het afgeknipte haar werd gekoesterd als een kostbaarheid.
Het eerste haar was door een meesterpruikenmaker verwerkt tot een prachtige pruik.
Toen Benvenuto een kleuter was werd pas duidelijk dat met het knippen van zijn haar zijn gedachtenwereld tijdelijk verdween, totdat de eerste stekeltjes na een drie dagen weer uit zijn kale hoofdje groeiden en daarmee ook weer nieuwe verse gedachten ontstonden.
Kaalgeknipt wist het kind dagenlang niets meer te zeggen.

Wie het aandurfde om het eerste pruikje van Benvenuto te passen kreeg vanzelf zijn herinneringen aan het voorgeboortelijke te zien en te ervaren.
Na deze verhalen durfde niemand het pruikje meer te passen, men huiverde al bij het idee om weer ongeboren te zijn.

Faversom kon zich goed vereenzelvigen met de figuur Benvenuto, feitelijk voelde hij zich een nog ongeborene, hij droomde veilig verder over de geschoren gedachten van Benvenuto.
In zijn droom werd Benvenuto een schrijver die geen boeken publiceerde maar zijn haargedachten bij de barbier liet inbinden tot pruiken.
Wie zijn werk wilde lezen hoefde alleen maar de betreffende pruik op te zetten.
Zijn barbier werd uitgever, die redigeerde het werk door afgebroken of grijzende haren eruit te trekken.
De pruiken weren verhuurd tegen fikse prijzen aan een select publiek.
De collectie stond bekend onder de naam: Libreria di Parruche,
De Pruikenbibliotheek.
Benvenuto was totaal kaal gestorven, hij was compleet uitgedacht, terug naar de ongeboren staat.
Het was lang geleden dat Faversom zo lekker had geslapen, alsof het verhaal van Pollice als een pruik op zijn hoofd zat, de droom gaf hem rust.

Onderwijl deed Pollice geen oog dicht.
Hoe moest hij die beste Bolzun aan een verhaal helpen?
Grosso wist als geen ander dat je nooit een verhaal moest proberen te bedenken, toch kon hij het niet helpen dat hij het uit alle macht probeerde.
Midden in de nacht zocht hij Luciano op die eveneens de slaap niet kon vatten.
Ze hadden het over Bolzun en over welk verhaal hem aan een verleden zou kunnen helpen.
Lucello wees erop dat geheugenverlies een overlevingsstrategie kan zijn, als de indrukken dusdanig zijn dat er met geen mogelijkheid een zinvol verhaal van te maken valt, dan is uitwissen soms het beste verhaal, zielkundig gezien dan.
De vrienden kwamen er samen ook niet uit en besloten te wachten.
‘Wachten is de kraamkamer van de onverwachte oplossing, probeer het te vergeten, dan komt het onvergetelijke vanzelf aan het licht’

De volgende ochtend zaten drie heren samen aan het ontbijt, Bolzun Faversom vertelde hoe heerlijk hij geslapen had en hoe hij het verhaal verder had gedroomd.
Lucello hoorde het aan en kreeg een ingeving, hij moest zich inhouden om het niet meteen te vertellen, dat kon niet, het zou de werking teniet doen.
Terwijl Pollice met hun gast door de tuin wandelde belde Luciano met de barbier om naar een passende pruik te informeren.
Wanneer Bolzun een passende pruik zou opzetten dan zou hij voor zichzelf wellicht een passend verleden kunnen herinneren, dat was de ingeving.

Lucello begon het verhaal over Benvenuto zelf te geloven.
Hoe vaak had Pollice niet gezegd:
‘Geloven is een scheppend principe dat waar maakt’
Dat gold natuurlijk ook weer voor deze uitspraak en voor deze.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *