wat is ze kaal
wat is ze kil
haar tranen zout
haar mond klinkt stil
haar huid is vaal
haar lijf is koud
ze is zo vreemd
en zo vertrouwd
zo desolaat
als een woestijn
de nacht is haar
geheim domein.
ze heeft geen oog
ze spiegelt licht
ze zweeft zo hoog
zonder gezicht
hij valt ten prooi
de maangek vindt
een medicijn
dat hij bemint
de maangek zingt
zijn liefdeslied
met een geluid
van zacht graniet
‘wat is ze mooi
als een ravijn’
‘ze is te mooi
om waar te zijn’
ze luistert wel
maar hoort het niet
de maangek zwelgt
in zijn verdriet
tot hij ontdekt
dat liefde blijft
de gek geniet
van wat hem drijft