Fabel van de kolibriesaurus

Van mastodontisme naar delicate subtiliteit.
Om uiterste verfijning te bereiken moet je groot beginnen.
Jong geleerd is oud gedaan, maar in de evolutie is dat jonge groot en grof om later klein en fijn te worden.
De dinosaurus leeft nog steeds, hier en nu, in de gedaante van een kolibrie: een mini-dino met veren.
Het kale monsterachtige heeft plaatsgemaakt voor kleurrijke elegantie in allerlei variaties.
Er zijn naar schatting 340 soorten.
Zelfs de kip heeft nog hetzelfde basisskelet als de tyrannosaurus rex; het afgekloven dijbeentje van de kip is identiek, alleen wat kleiner.

De paleontoloog vindt elk eindpunt van een evolutionaire vertakking een hoogtepunt van de schepping, maar stelt dat als er nu toch een kroon der schepping moet worden benoemd de kolibrie op de eerste plaats zou komen, als ongekroond hoogtepunt.
Een kolibrie is inderdaad verbijsterend verfijnd.
De kleinste weegt 1,8 gram: de bijenkolibrie.
Hij maakt 15 tot 80 vleugelslagen per seconde, die hem in staat stellen roerloos in de lucht te staan in iedere gewenste stand.
In vergelijking met de mens is de kolibrie welhaast een heilige die geen vlieg kwaad doet.
Waar de mens de natuur geweld aandoet en slachtingen aanricht onder zijn soortgenoten, is de kolibrie slechts een onverbeterlijke dief van nectar: hij steelt werkelijk als de raven, geen bloem is veilig.

Het is aandoenlijk om te zien hoe een paleontoloog (een volwassen mannetje uit de familie der mensachtigen) zijn plaats in de schepping met liefde afstaat aan zoiets kleins van 1,8 gram.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *