Fabel van het veelkoppige monster

Het universum is een ambitieus creatuur,
een ontelbaarkoppig monster, wij dragen allen ons kopje bij.
Onstuitbaar timmert het aan de weg van evolutie,
aan de openbaring van alle mogelijke levensvormen.

De huidige status is een ingesleten gewoonte.
Evolutie is het ontsporen van die ingesleten gewoonte.
De wetmatigheden van evolutie bestaan uit herhaling van nieuwe gewoonten.

Niets ligt onveranderlijk en statisch vast in de oorspronkelijke natuur.
Natuur kenmerkt zich juist door creatieve aanpassing
om zo weer andere levensvormen mogelijk te maken.

Evolutie danst niet eenzijdig naar de pijpen van de natuurwetten.
Natuurwetten evolueren ook, ze passen zich heel geleidelijk aan.
Natuurlijk ga ik nu te ver, te ver gaan ligt in de aard van de natuur.

Wie dit zegt is gek, de natuur moet zich aan haar eigen wetten houden.
Maar de natuur is niet bang om gek te zijn, de quantumwerkelijkheid
laat een krankzinnige logica zien, non-causaal, non-lokaal, synchroon.

Het gekke is natuurlijk, dat dit nooit ontdekt kan worden
zolang iedereen in het zelfde spoor blijft rijden
en door eindeloze herhaling de groef nog dieper maakt.

Bij deze: een oproep tot verdwalen, uit het spoor stappen om zijsporen te ontdekken.
Gewoonten doorbreken, een traditie van het eenmalige vestigen.
Welk zintuig zou de mens kunnen ontwikkelen om het onmogelijke mogelijk te maken?

Zal de zwaartekracht zich ooit zo aanpassen dat we zwevend kunnen leven?
Is dat onmogelijk en ondenkbaar?
In deze kop kan alles.

Wij zijn dependances van het koppige creatuur.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *