Fabel van het scheppende schepsel

Een man ging elke dag met zijn schep de wereld in.
In blind vertrouwen dat de aarde hem zou geven wat hij nodig had.
Waar hij ook begon te graven vond hij een put.
Als de put diep genoeg was ging hij er even in zitten om de geur van het vinden op te snuiven.
Daarna dekte hij de put teder toe met dezelfde aarde die de put had blootgelegd.
Zoals men zijn kind toedekt voor het slapen gaan.
Voldaan keerde hij terug naar huis.
Thuis koesterde de man zijn verzameling putten door naar zijn schep te kijken die
door het graven steeds scherper werd.
Hij rook soms even aan de schep, de geur van het vinden vervulde hem.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *