Fantoompijp

Magritte is geen surrealist, maar een humoristisch filosoof. Dat is kort door de bocht de uitkomst van een Magritte-retrospectief in Parijs.
Humor is zeldzaam in de kunst en in de filosofie vrijwel taboe.
Daarom is ‘Tao’ zo’n verademing. De Tao, waar lichtvoetigheid en diepgang moeiteloos samen de heuvel afhinkelen, zo het kosmische ravijn in.
Het is van een onthutsende eenvoud waarmee Magritte ontologische vraagstukken aan de orde stelt. Te bestaan is diepgaand humoristisch. Het mysterie direct ervaren is een staat van diepgaand niet-weten. Iedere poging tot begrijpen zorgt voor kortsluiting in het denken, die kortsluiting biedt ironisch genoeg weer een opening naar een totaalervaring.
Soms lijkt filosofie haar zogenaamde diepgang te ontlenen aan het uitbannen van lichtvoetigheid en humor. Magritte heldert zonder een woord te zeggen
de hele humorloze taalfilosofie op.
Met één schilderij zet hij de taal in het juiste perspectief; Taal is een afspraak die los staat van de werkelijkheid waarnaar ze verwijst.
Wittgenstein was een gevangene achter de tralies van zijn taal. In zijn latere poging om die taal tot zwijgen brengen probeerde hij zich te bevrijden. Zou hij ooit Magritte hebben gezien.

Filosofie is meestal de rook uit de pijp die geen pijp is.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *