Fiets heen


Hoe ik leerde fietsen…
Eigenlijk vergelijkbaar met hoe de meeste mensen sexuele voorlichting krijgen.
Je was al jaren praktiserend voordat je ouders met informatie kwamen omtrent het ontstaan van het mensenleven.
Met deze nuancering, dat mijn ouders nooit over de brug kwamen met deze onthullingen.
Zo fietste ik ook al jaren voordat ik zelf een fietsje kreeg. Op de fietsen van vriendjes kreeg ik vleugels.
Hard en schuin door de bocht.
Soms vloog ik uit de bocht, dat krijg je met vleugels.
Op een verjaardag, welke weet ik niet meer, stond er onder een beddelaken
een blauw fietsje, duidelijk al uitgebreid ingereden, gezien de kleine beschadigingen.
Ik was dolblij en fietste er meteen op weg.
Mijn ouders riepen verheugd:
‘Hij kan fietsen die jongen, kijk hem eens gaan!’
Ik fietste me suf, gaandeweg voelde ik dat er iets aan de hand was, maar wat?
Ik moest doortrappen, steeds sneller, probeerde te remmen maar de trappers maalden door.
In blinde paniek wist ik niet meer waar ik heen reed.
Met een klap ramde ik de portiekdeur van onze etageflat.
Er zat geen rem op de fiets.
Het was een doortrappertje.
Ik had meteen de pest aan het blauwe fietsje.
Je kon er alleen op een slakkegangetje veilig mee vliegen.
Een vogel die zo traag zou vliegen zou zo uit de lucht vallen.
Ik zou blijer zijn geweest met een dooie mus.

De gebruiksaanwijzing die mijn ouders mij meegaven voor het leven luidde ongeveer zo:
Fiets heen en vermenigvuldigt u…zonder rem.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *