Gast

Het was tegen bedtijd dat er bij ons onverwacht werd aangebeld.
‘Goedenavond !’, zei ik terwijl mijn man over mijn schouders meekeek.
‘Waarmee kunnen wij u van dienst zijn?’, vulde hij mij aan.
‘Heel mooi, ik ben namelijk ‘de Gast’ , sommigen noemen mij ook wel ‘de lang verwachte’.
‘Wat bijzonder!’, zei ik, ‘maar wat is uw vraag?’
‘Bent u nog gastvrij?’
‘Inderdaad, we hebben geen gasten’, zei ik verwonderd.
‘Nee, we zijn onbezet’, verduidelijkte mijn man onze gastloze toestand.
‘Mooi, heel mooi’, zei de gast weer.
We raakten door de situatie in verlegenheid.
‘Komt u even binnen’, flapte mijn man er uit.
Waarop de gast daadkrachtig langs ons heen stapte richting onze huiskamer.
Slaperig volgden we.
De gast nam vrijpostig plaats in mijn nog warme fauteuil, pakte mijn boek…
las even een frase en sprak nogmaals zijn lievelingswoorden uit:
‘Heel mooi!’
‘Wilt u mischien iets drinken?’,vroeg mijn man in een reflex.
‘Nee dank u, ik drink nooit’.
‘Nooit? informeerde ik verbaasd, ‘iets eten dan?’
‘Nee, ook niet nodig hoor, dat zijn toch oude, overbodige gewoontes’, concludeerde de gast.
We keken elkaar onthutst aan…wat moesten we ….
‘Bent u onderweg…ergens naartoe?’, probeerde ik het ijs te breken.
‘Nee hoor, ik ben al blij dat ik hier eindelijk ben…ik zit hier goed!’
‘Maar…wanneer gaat u dan weg?’, vroeg mijn man voorzichtig.
‘Weg?’, vroeg de gast ,’ik ben er net!’.
………………….
‘Maar wij willen graag naar bed’, legde ik onze gast voor.
‘Ga gerust uw gang, doe alsof u thuis bent!’, zei de gast joviaal, ‘ik red mij wel’.
Ik wenkte mijn man om onze vertrouwde huiskamer te verlaten.
In de slaapkamer moest ik hem sussen om alle spookbeelden uit zijn hoofd te praten.
Daarna ging ik terug naar de huiskamer om orde op zaken te stellen.
Gewapend met een paar krachtige zinnen en argumenten zou ik onze huiskamer terugveroveren.
Toen ik helemaal opgeladen het woord wilde nemen zag ik dat mijn fauteuil leeg was.
De gast was niet meer in de kamer. Ik voelde aan de zitting nog de warmte.
De gast kon nooit ver weg zijn. Koorstachtig doorzocht ik het hele huis…
nergens en spoor van de gast te bekennen. Ik draaide de voordeur op het nachtslot.
De volgende dag vroegen wij ons af of het wel echt gebeurd was.
Vreemd genoeg bleven we beiden de aanwezigheid van de gast voelen in de weken na het bezoek. Ik betrapte mijzelf erop dat ik soms achter deuren keek voor de zekerheid.
Laat in de avond zie ik soms nog in de ogen van mijn man mijn eigen angst…er zal toch niet aangebeld worden?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *