Gum

Je vader was een potlood, hij betekende van alles.
Hij schetste zijn wereldbeeld in perspectief, zijn eigen perspectief.
Moeder bepaalde haar kleuren binnen zijn lijntjes.
Zij sleep vader bij tot hij er een punthoofd van kreeg.
In haar neusgaten bevonden zich twee puntenslijpers,
één voor het potlood en ééntje voor het kleurpotlood.
Wat was jij dan? Een invuloefening? Een leeg vel tekenpapier?
Ze hadden jouw leven uitgetekend en ingekleurd.
Klaar om te worden ingelijst, leuk voor aan de muur.

Op een zekere dag heb je alle tekeningen verscheurd.
In de snippers zag je:
‘Er valt niets te betekenen,
gummen betekent ruimte,
god is een gum, god gumt alles open
wat door anderen wordt ingevuld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *