Hoogste tijd voor een terugval

Het ging heel goed.
Ik kwam steeds een stukje hoger.
Even rusten en dan nog één keer de grens verleggen.
Er zat veel meer veerkracht in de plank.
Ik wilde echt het onderste van de bovenste plank halen voor het grote moment.
Het moment dat, als gevoelsduur, eindeloos zou duren.
In een plank zat een maximale rek, maar het moment zelf had eeuwigheidspotentie: een uur en drie kwartier, volgens de officials.

Het leek op een mooi zwembad als je het water erbij fantaseerde.
Deze plek had zo’n speciale kwaliteit, het was echt helemaal het einde.
Hier op Groenland hadden ze de kaarsrechte tunnel geboord, dwars door de aardkorst naar beneden.
Het andere einde van de tunnel bevond zich in Californië.

Het was vooral zaak recht te duiken, om de wanden niet te schampen.
De zwaartekracht zou het vallende lichaam keurig in de middenlijn houden, een uur en drie kwartier…
Nog een paar keer oefenen om de afsprong zo hoog mogelijk te maken.
Dan zou ik mijn speciale pak aantrekken dat als een hitteschild zou werken, want de berekende wrijvingswarmte zou hoog kunnen oplopen.
Ik zou tijdens de vrije val zoveel snelheid maken dat ik, eenmaal aan het andere eind van de tunnel, boven het aardoppervlak uit zou schieten.
Voor het eerst in Californië.
Wie daar het hoogst zou vallen, zou de olympische gouden plak krijgen voor deze nieuwe tak van sport: Extreme Dry Diving.
Voorheen had ik schoon gesprongen, diverse gouden plakken, het verveelde me al gauw.
Het was mij te laag bij de grond.
Mijn ambitie betrof meer het bodemloze.

Omwille van de concentratie was deze plek van God en iedereen verlaten, het wereldpubliek zat aan de uitgang van de tunnel.
Hier in Groenland stonden alleen kille camera’s die alles registreerden.
Onder de duikplank lag het bad als een gapend zwart gat.
Ik was er helemaal klaar voor.
Het lampje voor de start flitste tegelijk met een geluidssignaal.
De duikplank was zeker twintig stappen lang tot ik aan het uiterste randje kwam.
Langzaam begon ik op en neer te wippen, zonder het contact met de plank te verliezen.
Ik was één met de plank.
Na zes keer kwam ik los van de plank.
Nog drie veringen en dan zou ik de sprong maken.
Koele berekening, het ging perfect.
Mijn lichaam krulde in vloeiende beweging naar voren in de kaarsrechte vorm.
De tijd dijde uit.
Het leek even of ik stil in de lucht hing.
Gestrekt suisde ik naar beneden, de wind voelde rondom als een veilige tube.
In volkomen rust realiseerde ik mij dat ik mijn valscherm vergeten was.
De film van leven toonde zich aan het geestesoog als een lucide droom.
Ik zag mijn lichaam de eerste prijs winnen.
Zo diep was nog nooit niemand gevallen.

Wat willen dromen anders zeggen dan: “Je bent wakker, je bent wakker zijn.”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *