Huismond

De spreker was zijn tong zomaar verloren.
Terloops was het ding uit zijn mond gevallen, tijdens een gesprek met een heerschap van zekere reputatie.
Het natte ding lag nu op de straattegels tussen hen in.
De heer merkte het niet, of liet niet merken dat hij het had zien vallen.
Of misschien was het voor een heer van zijn statuur slechts een onbetekenend detail.
De spreker knikte beleefd en beaamde het uitvoerige betoog.
Hij kon ook weinig anders meer dan knikken.
Vreemd genoeg miste hij ding nauwelijks, het gaf wel ruimte in zijn mond.
Eerlijk gezegd vond hij de tong de laatste tijd nergens meer naar smaken, alsof het ding helemaal uitgeproefd was.
Deze bespiegelingen kwamen in hem bovendrijven terwijl hij naar de grond staarde.
Het bevreemdde hem dat er geen spatje bloed te zien was, alsof de tong zich vrijwillig van hem had afgescheiden.
Wie had hier wie verlaten?
Zou hij zijn tong uit het zicht proberen te schuiven met zijn schoenpunt?
Of kon hij er beter op gaan staan.
Nee, het idee gaf hem een krimpend gevoel in zijn hersenpan. Het heerschap keek hem plots nogal verstoord aan.
‘Waar kijk je naar, wat valt er te zien?’ vroeg hij bars.
Impulsief wees de spreker omhoog naar het verse straaljagerspoor in de blauwe hemel.
De heer keek verbijsterd en gebaarde in het wildeweg
‘ Maar dat is toch geen argument, dat is toch..!’
De voormalige spreker kon slechts beamen, hetgeen olie op het vuur was.
Toen zijn gesprekspartner woedend was weggelopen zocht hij de straat af naar zijn tong.
Het vlezige ding was verdwenen en zonder passend afscheid.
Na dit voorval verbeeldde hij zich dat zijn tong als een slak de wereld was ingegleden, op zoek naar een beter huis dan zijn mond.
De smaak van de wereld is ongekend.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *