’s morgens gong de lachwekker af
lach er een visdame van zware zeden
met de slappe lach van een windei
dus ik dacht als het eerst om mij lacht
dan lach ik wel later het best
het lacht in de lijn van het onverwachte
wat schiet er in de lach, gaten van ernst?
wie liet zich ooit iets gelegen lachen
aan dit belacheloze bestaan
een lach is zelf niet leuk helaas
altijd die lachers op haar bezwete hand
belachelijk dwaas, door waan bepaald
wie betaalt trouwens het gelach
van brul&gier en met welk
bruto belachbaar inkomen?
onder ede van een edelachbare
pleiten de lachtoffers lachhartig
voor louter zoute kul
zo is er voor elk wat lachs
gemarineerd in de pekelzee
de lach als neusje van de zalm