Leverworst

Pa van Geenen was geen moppenverteller,
hij was meer een praktische joker, handelende grappen.
Deze flauwe mop is mij bijgebleven, waarom?

Meneer Bakker dacht dat hij een leverworst was en werd ontslagen uit het gekkenhuis, genezen verklaard.
Samen met de geneesheer directeur wandelt hij rustig de poort uit waar aan het hekwerk een mopshondje staat aangelijnd.
Plotseling springt hij in de armen van de directeur, totaal in paniek bij het zien van de hond.
“Maar meneer bakker”, zegt de geneesheer, “U hoeft niet bang te zijn…u weet toch dat u geen leverworst bent, daar bent u toch voor behandeld!”
“Ja natuurlijk!” zegt Bakker, “Dat weet ik wel, maar die hond weet dat toch niet!”

De mop nodigt ons uit om Bakker uit te lachen, of heeft Bakker een punt?
Is dit alleen een flauwe mop of tegelijkertijd een onbedoelde parabel voor de open inrichting waar we samen in leven?

We weten nooit wie we tegenover ons krijgen,
welke projecties we op ons geplakt krijgen van de ander.
Het is helaas een zeldzaamheid als je tijdens je leven een paar keer werkelijk gezien wordt en dat jij werkelijk iemand mag zien, al het gelul over communicatie ten spijt.

In het gunstige geval weet men niet wie of wat je bent, dan is er nog even de openheid van het niet-weten waarin zich iets wezenlijks kan tonen.
In het ergste geval, in de meeste gevallen wordt je voor een ‘leverworst’ aangezien of compleet genegeerd.
Voor een leverworst worden aangezien komt verreweg het meeste voor, zo vaak dat je dat gerust ‘normaal’ kunt noemen. Normaal is een ander woord is voor tragisch.

Deze eeuw van de communicatie kan wel eens de geschiedenis ingaan als ‘de eeuw van het nietszeggende gelul’. Dat wil natuurlijk niets zeggen.

Bestaat er dan ook subliem gelul?
Natuurlijk, gelul dat sublimeert,
een parabel bijvoorbeeld.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *