Mals

Vaal Veulen zou het nooit vergeten, de droom over die ene keer dat meester Tandeloos die grote vis had gevangen, die vis van water. Niet dat hij zat te hengelen hoor,
met zijn hengel van lange lucht. Welnee, er had niet eens aas aangezeten
aan dat dunne lijntje van aandacht. Een wonder dus dat hij plotseling beet had.
Heel behoedzaam haalde Tandeloos de kanjer van water binnen.
Zo mals hadden ze het nog nooit gegeten. Hij hoefde niet eens gebakken.
Je kon hem zo opdrinken, in kleine slokjes. En wat een smaak, zo subtiel.
Je wist niet wat je proefde. Vaal Veulen wist het nog hoe hij dagen lang daarna nog dorst had. Samen hadden ze besloten: dat doen we dus nooit meer.
‘We moeten iets anders vangen om deze dorst te lessen’ ,dat had hij tegen Tandeloos gezegd.

‘Natuurlijk,vanzelfsprekend jonge jongen, gaan we doen!’ ,had Tandeloos geantwoord.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *