Meervoudig begaafd

Onze eerste tweedehands automobiel had een onbestemde kleur, een Tjechische Skoda. De stuurinrichting shimmyde.
Onder het rijden trilde het stuur vanzelf nerveus heen en weer. Mijn vader die geen zenuwlijder was kreeg er wel degelijk de zenuwen van.
We waren in alle vroegte gevlucht voor familieleden die ons in het Ahrdal met hun Alpenkruizer ongevraagd waren komen opzoeken.
Het uitspreken van dingen die niet bevielen beviel mijn ouders kennelijk niet zo.
Ze reden liever in het diepste geheim weg, zonder enige verklaring, zonder confrontatie.
Later bleek de oom kruimelcrimineel te zijn, maar ook zedendelinquent, meervoudig begaafd.

Bij Neurenberg raakten mijn ouders in conflict over de te nemen richting.
Mijn moeder las de kaart op z’n kop en gaf louter tegenstrijdige infomatie, terwijl vader worstelde om het zenuwenstuur in bedwang te houden.
Vlak voor de grote rotonde was de paniek compleet, waar moet ik heen? riep pa wanhopig.
Ik zat achterin tussen de twee kiftende echtelieden in, ik riep;
“Rustig, dit is een rotonde, we kunnen hier net zo lang rondjes blijven rijden tot we de goede afslag weten.”
Verbijsterd keken mijn ouders elkaar aan en konden even ontspannen.
Na vijf rondjes had moeder de juiste afslag ontdekt,
resoluut wees ze ons de juiste richting aan.

Het viel ons gaandeweg wel op dat het verkeer steeds rustiger werd. De autobahn was prachtig breed en glad.
Ook werden we steeds vaker door enorm snelle bolides ingehaald.
Het waren echte raceauto’s.
Moeder begon zenuwachtig te lachen.
Een man met en geblokte vlag leidde ons, na een trage finish, naar de kant.
We waren op de Nürnburgerring terecht gekomen, het GrandPrix-circuit.
Een goede Duitser leidde ons terug naar de autobahn huiswaarts.
Oom Adolf was de slechte Duitser die mooie autobahnen had gemaakt en iedereen een Volkswagen had beloofd.
Wist ik veel dat het een foute Oostenrijker was als zesjarige?

Op het plein bij de Keulse dom hielden we een pauze, er werd een splinternieuwe Skoda verloot.
Ik mocht een lootje kopen om mijn vader een bestuurbare auto te bezorgen.
Er werd aan het rad gedraaid en het scheelde maar één cijfertje.
Mijn moeder bleef maar volhouden dat het bijna gelukt was.
Intuïtief wist ik dat net mis gewoon helemaal mis is en bijna raak er helemaal naast. Vergeefs probeerde het uit te leggen aan mijn moeder.
Het voelde als falen dat die nieuwe Skoda op dat plein bleef staan. Ik gunde mijn vader zo van harte een stevig stuur om zich aan vast te houden.

Na een rustige vakantieweek thuis kwamen de verlaten familieleden aanrijden.
Mijn vader zag ze net op tijd. Verstop je, daar komen ze!
Als ze zien dat we thuis zijn komen ze binnen en komen we niet meer van ze af. Ga op de grond liggen.
Er maakte zich een zenuwachtige spanning van ons meester, er werd onderdrukt gegniffeld.
De bel bleef maar rinkelen.
Ze wisten dat we thuis waren, onze vale Skoda stond immers voor de deur.
De familie droop uiteindelijk af, argwanend naar ons huis turend.
Wij waren onderduikers in ons eigen huis, ondergedoken voor foute familie. De Skoda bleek steeds meer onbestuurbaar en werd ingeruild voor een Volkswagen Die snorde als een meikever.
De droom van iedere Duitser.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *