Och…

Och, rood ombere hommelgonzige…
ge ronkt overkomstig ‘n snorrend bromtolke
in ‘t holst zong ons ondergronds hol.

Och, mollige donzig bontkontige,
kom toch volmondig onze honingvondst
orberen, zonvocht onzer slorpige tong.

Och, sonoor wollig zonnevonkske,
moge onze bronzige zomers verpozen
tot d’hommelgod ons komt mollen.

Och, betovergodhommelke,
lost ons op tot godstoffelijk ochtendgloorsel,
verdronken in droomloze dommel,

des goden bongerd verworven.

 

 

 

Flamke de Kreuckelaere – van Warmhond
(geb. St. Job-in-‘t-Goor ca. 1764-?)
(Er is slechts dit ene vers van haar bekend.)

One thought on “Och…

  1. Persoonlijk schat ik zo in dat als er goed en grondig gezocht wordt in de krochten der conceptie vast en zeker wel een ander vers van Flamke de Kreuckelaere wordt ontdekt….

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *