in de stilte
in de storm vond ik
middenin het donkerbos
deze enorm verrotte olm
zo mooi uitgehold
belegd met mos
in jaren achteruitgehold
haar hardhouten jaarringen
tot molm verworden
dat ouderdom van binnen jonger wordt
en dat het bleekgroene loof
op de stronk
nog wat belooft
zolang de sapstroom
niet bederft
de molm in mij sterft van levensvormen
het krioelt van torren, kevers, wormen
geliefde kost voor overlevers
de dood is dezelfde stilte in alle stormen
onveranderlijk
en van alles
ontbloot