Parabel van Kop en Munt

Kop zat opgesloten in zichzelf, in zijn kop.
Hij was zo op zichzelf betrokken, dat hij geen echt contact kreeg met anderen.
Kop betrok alles op zichzelf, problemen van anderen eigende hij zich toe.
Kop voelde zich neerslachtig, hulpeloos en waardeloos.
Als Kop zo door ging zou hij verzeild raken in een depressie.

Munt deed het heel anders zij ontvluchtte zichzelf door in anderen op te gaan.
Ze cijferde zichzelf helemaal weg voor anderen.
Hulp verlenen verschafte haar het perfecte alibi om niet aan haar eigen problemen toe te komen.
Munt leed feitelijk aan grootheidswaan, het syndroom van de heilige helper.
In het uiterste geval zou ze een burn-out krijgen.

Kop en munt vormden samen de twee kanten van een medaille.
Een medaille kon raar rollen.
Het beste was om te blijven rollen, zo bleven ze in het midden van die twee uitersten.
Al voortrollend vonden ze een wankel evenwicht.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *