Paviljonair

De artsen hadden mij met zachte hand hier naartoe gestuurd… ‘een plek van inspiratie’ hadden ze het genoemd. Alleen de naam ‘Paviljoen’ had al een betoverende uitwerking.
Er lagen hier zandkorrels op de prachtig ingelegde hardhouten vloer, ze schuurden als je erover liep. Het kraakte en kraste in de glanzende laklaag waarin hoge vensters het ochtendlicht weerspiegelden. In de tuin graasden damhertjes. Een vredige geur van wrijfwas dreef er rond de hoge kroonluchters.
Elke zandkorrel bevatte een idee, dat loskwam zodra je er ééntje vermorzelde onder je schoenzool. Het was dus zaak om zo min mogelijk te bewegen…bij de minste geringste stap of gewichtsverplaatsing knalden er zo tien ideeën door de ruimte…je werd gek van de wildste invallen…nooit geweten dat er woestijnen vol ideeën lagen te verstuiven…geen wonder dat mensen daar gek werden. Roerloos stond ik daar, al mijn aandacht geconcentreerd in het puntje van mijn grote teen…er moest zich daar ergens een zandkorrel bevinden…subtiel voerde ik het gewicht op in de punt van mijn schoenzool… Het knetterde…gek…gekker…gekst door het Paviljoen. Wat een idee!

Ik wilde naar huis om het idee uit te werken, maar ze wilden mij liever nog even houden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *