Plankton

De blauwe vinvis, het grootste zoogdier op aarde.
Een zwemmende metafoor van 25 meter.
Het enorme dier voedt zich met plankton, het kleinste grut.
Zonder dat kleinste zou de vinvis niet kunnen bestaan.

Zie de roman als een walvis die talloze miniscule verhaaltjes heeft verorberd.
Het grote verhaal is opgebouwd uit het allerkleinste, net als het universum uit kleinste ‘deeltjes’ ‘golfjes’ bestaat.
Leegte speelt hierin een fundamentele rol.
Ruimte is tegelijkertijd het allerkleinste en het allergrootste:

‘To be not and to be the space where everything appears in’

Bij pogingen om een absoluut vacuum te creëren is gebleken dat leegte nooit helemaal leeg is.
Er blijft een minimale lading aanwezig, over de gehele beschikbare ruimte verdeeld,
een lading die zich plots kan samentrekken tot een deeltje, een golfje in de zee.

Elk verhaal begint met een leeg vel, met een onbepaalde zee van ruimte. De aandacht op het ‘lege’ vel trekt zich samen tot een woord, dat ene woord trekt zijn tegendeel aan, ze heffen elkaar op of er volgt een kettingreactie, in het laatste geval wordt er een verhaal geboren. Het verhaal zwemt weg en strandt soms op de kust van een lezer, daar sterft de walvis. De lezer gaat met de botjes aan de haal en maakt er weer een eigen verhaal van.

Het bestaan is een eeuwigdurende estafette van doorgeven.
Leegte is een perfect doorgeefluik, alles past er doorheen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *