Puiloog

Onze hond krabt zijn neus aan de opstaande spleet van de houtvloer. Soms schuurt hij zich aan een boom. Soms duwt hij ruw z’n kop tussen je knieën, alsof een fietswiel zich in het fietsenrek parkeert.
Ik krab hem overal waar ik hem maar kan vinden binnen zijn vel.
Of hij wordt gek van wellust of hij verdwijnt in een voorgeboortelijk nirvana.
Ik vind hem in z’n buikvel, in z’n oorvoering (mooi onzichtbaar omgestikt en afgezoomd), in z’n rugvacht, in z’n met bontbezoolde voetjes woont hij ook. Onverzadigbaar is z’n halshuid, jeuk doet leven.
Waar vind ik hem eigenlijk niet binnen dit vel?
Hij is overal, alleen zijn oogjes puilen uit als ik stop met krabben.
Precies op de meest geschikte plek daarvoor, niet onder zijn staart, niet op zijn flanken, precies op zijn kop, geniaal ontwerp.
Als ik dit ontworpen had zou ik naast mijn schoenen gaan lopen.
Nu loop ik op blote voeten als een hond.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *