Pupil

Onder het mom van toerisme wilde hij Mount Fuji bezoeken.
Tot zijn vierentwintigste had Joey Yamamoto Kyoto nog nooit verlaten.
Toerist zijn was een dekmantel. Eigenlijk zocht hij genezing
door een bedevaart te ondernemen. Er mankeerde hem niets,
maar voelde zich ziek, zwak en misselijk. De beklimming bleek een uitputtingsslag voor zijn frêle gestalte. Zijn opleiding tot kantoormens had zijn lichaam verzwakt nog voordat het goed en wel volgroeid was.
Aan de rand van de krater had hij plotseling oog in oog gestaan met die enorme pupil van Fuji.
Hij die geen oogcontact gewend was werd ervan overtuigd dat de berg hem diep van binnenuit aankeek.
De Kami, de heilige geest van de berg nam hem helemaal in zich op.
De tranen kwamen, het was alsof hij leegstroomde van alles wat hij in Kyoto had doorgemaakt.
Zo trof Osho Ozamaki, dichter en papierprikker van Mount Fuji hem aan, geknield aan de rand van de krater. Hij wist niets meer behalve dat hij uit Kyoto kwam.
Ter plekke doopte Ozamaki hem tot Tokyo Joe. Ze herkenden elkaar ondanks het leeftijdsverschil als zielsverwanten.
Tokyo Joe bleef, als gids op de heilige berg, keerde nooit weer naar Kyoto.
Waar hij zich ook bevond, vanaf die ontmoeting voelde hij zich altijd en overal bekeken door Fuji’s machtige pupil, zoals op de prenten van Hokusai waarop Fuji je vanuit elk gezichtspunt begluurde.
Het voelde als een beschermend zicht van de Kami.
Nu brengt Joe elke ‘toerist’ die hij maar tegenkomt aan rand van de afgrond, het beste wat hem ooit overkomen is.

Elke toerist is een bedevaartganger op zoek naar genezing, de toeristen die dit ontkennen zijn er het ergst aan toe. F. Wildesheim

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *