Raaf

‘Neem mij niet serieus’, zei de raaf op de rand van mijn bed rond middernacht,
‘geloof mij nooit op mijn woord!’

‘Stoor mij niet, taalraaf’, zei ik, ‘ik wil slapen’.

‘Schrijf op!’ , kraste hij mij toe, zijn urgente blik was onweerstaanbaar.
Ik bood geen weerstand, ik ken hem al langer dan vannacht.

‘Woorden op zich zijn leeg, zeggen niets, geen neerslag van betekenis’ ,

Ik noteerde gedienstig de schorre stem van de taalraaf.
…’Neem alleen dat ernstig waar het woord mogelijk naar verwijst…
Bijvoorbeeld het woord zout, dat smaakt toch nergens naar?’

De raaf keek even omhoog en schraapte zijn keel.

‘Het woord zout verwijst alleen maar naar de directe ervaring op jouw eigen tong…
je leest alleen maar de invulling van jouw eigen directe ervaring van op zich lege woorden…..’

Slaperig pende ik de woorden van de vogel neer in mijn hanepotige schrift.

‘Neem dit nooit met een korreltje zout, het heeft een heel eigen smaak van zichzelf….’
‘En proef je niets bij een bepaald woord…weet dan dat je de onmiddellijke ervaring moet zoeken om het te begrijpen’

De raaf kraste nog even schor en vloog onzichtbaar weg de nacht in.
Zonder aandacht had ik de woorden genotuleerd, ze waren nog niet tot mij doorgedrongen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *