Roodflapkreukel

Op een zekere dag, een dag als vandaag wandelde Hoelang langs de brede weelderige rand van het Bomenbos. Hij genoot van het zien en ruiken van al wat er bloeide. Soms stond hij stil om de geur helemaal in zich op te snuiven, ogen toegeknepen om, om de geur nog beter te zien en de kleuren te ruiken.
Toen hij zijn ogen opende was daar opeens een mannetje dat vroeg:

‘Zeg, weet u eigenlijk wel wat voor geur dat feitelijk is?’

‘Nou, het is nogal..een…verrukkelijke geur’, verzuchtte Hoelang nagenietend.

‘Nee, hoe het heet!’, drong het mannetje aan.

‘Hoe bedoelt u… heet?’

‘De naam natuurlijk!’

‘Wat is er natuurlijk aan een naam?’,vroeg Hoelang op het mannetje af.

‘Aha, dus u weet het niet…wel, dit heet dus Lavendelgeur, genoemd naar de gelijknamige plant!’, zei het mannetje triomfantelijk.

‘Ach ja, gelijknamig…toch blijft het een heerlijke geur, ruikt u zelf maar!’

Maar het mannetje wees alweer iets anders aan.

‘U bent toch niet toevallig een ‘Namennoemer’ of een ‘Zienzegger’ ?
,vroeg Hoelang, maar hij hoorde het niet.

‘Kijk, dat daar…dat is nu Fluitekruid!’

‘Wat grappig, ik noem dat vandaag de dag Parasolgroeisel’, zei Hoelang.

‘Behoorlijk fout, officieel heet dat spul Fluitekruid! ‘

‘Wat is dat dan…officieel? ‘

‘Dat is de algemene afspraak om deze bloem zo te noemen ‘, zei het mannetje opeens heftig.

‘Maar deze bloem is niet algemeen, hij is juist heel bijzonder!’

Het mannetje raakte nu ernstig opgewonden:
‘Wat is er nu bijzonder aan deze plant?, hij komt overal voor!’

‘Overal?, dan is hij dus heel vaak bijzonder!’, zei Hoelang.

‘Kijk, daar staan ze bij bosjes!’, riep de Namennoemer verontwaardigd.

‘Bijzonder hoor, zoveel parasolkruidjes bij elkaar!’

Maar het is dus belangrijk om de officiële naam te gebruiken, dan weten we na-me-lijk waar we over praten! ‘

‘Waarom zou je praten over een bloem als die
hier voor je neus staat te bloeien en te geuren?’, vroeg Hoelang de Namennoemer af.

‘Omdat je dan de geur kunt benoemen en de plant beschrijven!’

‘Maar is het niet juist onnoemelijk mooi en onbeschrijfelijk heerlijk?’

‘Namen zijn pas mooi, ze ordenen de wereld, anders groei alles maar door elkaar!’

‘Kijk daar nou eens, een Sterrenhemelbol! ‘, riep Hoelang

‘Welnee meneer, een uitgebloeide Paardenbloem zult u bedoelen!’

‘Ik zie anders…nergens een paard, wel zie ik rondom sterretjes….en daar dan, een echte Roodflapkreukel!’

‘Ach, dat is een Klaproos, familie der papaverachtigen!’

‘En deze Groeibloem hier, familie der plantaardigen!’, draafde Hoelang door.

‘Nee, dwaas…dat heet Dovenetel!’

‘En dat dan daar, Blauwbloempje-in ’t-groen,
hoe heet dat…officieel? ‘

‘Daar…kan ik even niet opkomen’, zei het mannetje verstoord. De eigen namen van Hoelang hadden hem in de war gebracht.

‘Hoe kunt u dat nu vergeten?, het ruikt heel verfijnd, je ruikt bijna niets, zo luchtig, ruik zelf maar!’

Voorzichtig rook de Namennoemer aan de vluchtige geur…lang bleef hij stil.

‘Dit ruikt inderdaad onvergetelijk…hoe heet het?’

‘Vergeet het maar’, zei Hoelang.

1 thoughts on “Roodflapkreukel

  1. Roodflapkreukel.. tja… zoveel bloemen met zoveel, buiten de afgesproken, namen. Een feest van taal door geur, (opnieuw) kijken & fantasie!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *