Schaduw

Vaal Veulen was door meester Tandeloos er op uit gestuurd om zijn schaduw
te vinden, te vangen en laten zien als bewijs van zijn bestaan.

De jongen was verbijsterd door de onverwachte opdracht…hoe vang je een schaduw?

‘Neem wel een goede lamp mee als je gaat zoeken’ ,had Tandeloos hem nog terloops aangeraden.

Overal waar Vaal Veulen zijn schaduw meende te zien lukte het niet om hem op te pakken en als bewijs te verzamelen. Waar hij ook scheen met zijn lamp leken er schaduwen te ontstaan, maar ze verbleekten onmiddellijk in het zicht van de lamp. De schaduwen schenen sneller dan het licht, ongrijpbaar. Met lege handen keerde hij s‘middags bij Tandeloos terug.

‘Ik had je net zo goed naar een gedachte kunnen laten zoeken, want gedachten werken net als schaduwschijn’ ,lichtte Tandeloos toe, ‘gedachten lijken net als schaduwen te verschijnen en ze lijken nog sneller dan het licht te verdwijnen, hun niet-bestaan is sneller dan wat dan ook’.

Vaal Veulen keek naar de ruimte tussen zijn vingers.

‘Pas als je ze langdurig belicht zie je dat ze slechts schijnbaar bestaan’.

‘Met welk licht schijnen we dan op onze gedachten?’ ,vroeg Vaal Veulen met de uitdovende lamp in zijn handen.

‘Met zichtlicht?’ ,vroeg Tandeloos terwijl hij zijn ogen sloot.
‘Het licht is uit’ ,merkte de jongen op.

‘Maar het zicht niet’ ,zei Tandeloos, ‘het duister weet zich gezien’

One thought on “Schaduw

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *