Spul

‘Weet jij eigenlijk, Vaal Veulen, wat water is?’ ,vroeg Tandeloos zomaar tussen neus en lippen aan Vaal Veulen, alsof dat de gewoonste vraag ter wereld was.

Veulen had net een slok willen nemen…hij bleef stil, er zat vast weer iets achter…
‘Waarom vraagt u dat aan mij, weet u het zelf niet?’ , antwoordde Veulen slim om het antwoord te ontwijken.

‘Inderdaad, hoe wist je dat Vale, dat ik geen idee heb wat water is, je bent een slimme jongen dat je weet dat ik dat niet weet?’

Vaal Veulen keek bedenkelijk naar de Oude die gewoon doorvroeg:
‘Maar vertel mij alsjeblieft, dit glas water, wat is dit in hemelsnaam voor spul?’

Veulen voelde nattigheid, maar hij moest nu wel een verklaring voor water gaan verzinnen:
‘Het is nat….vloeibaar….je kunt het drinken…erin zwemmen’.

‘Ja, dat weet ik zelfs nog’ ,zei Tandeloos, ‘maar dat zijn kenmerken, namen voor eigenschappen en bruikbaarheid, maar wat is water voor spul?

‘Spul?….wat bedoelt u, water is zo waterachtig…waar wilt u naartoe?’

‘Weet je, dit water is nu vloeibaar, maar soms is het zo hard als ijs, kan het rotsen breken…of soms zo zacht als sneeuw zijn…dan weer vervliegt het tot waterdamp…het kan alle vormen aannemen en tegelijk kan het vormloos zijn als de wind….zie je die wolk daar?…zwevend water, misschien is het wel een voormalige ijsberg die daar hoog in de hemel drijft? ….water is in de lucht die we ademen, we leven binnen een dampkring van het water…als vissen op het droge!’ , grapte Tandeloos.

‘Voormalig…Vissen?…IJsberg?’ , herhaalde Veulen duizelig, ‘Water heeft inderdaad niet één verschijningsvorm’.

‘Begrijp je nu wat ik niet begrijp?’ ,vroeg Tandeloos.

‘Goed, ik geef toe dat ik ook niet weet wat water is’ ,erkende Veulen.

‘Dan begrijpen wij elkaar’ ,zei Tandeloos, ‘kom drink wat water….proef het goed, en vertel: waar smaakt dat naar? En als je dat proeft, wat weet je dan?’

Veulen nam nipjes uit het glas water.
‘Het smaakt niet echt naar iets, het smaakt eigenlijk nergens naar!’

‘Zo is het, je weet niet wat je proeft en dat niet weten noem je dan water!’ ,zei Tandeloos rustig.

‘Op school leerde ik dat water uit twee waterstofjes bestaat en één zuur stofje!’,
probeerde Veulen te verklaren.

‘Dat is interessant, maar wat is dan een waterstofje? En wat is een zuur stofje?
En waarom zijn er twee waterstofjes nodig en maar één zuurstofje om water te maken?
Met andere woorden: eerst wisten we één ding niet, en nu weten we twee dingen niet!’

‘Maar water is gewoon water omdat het nu eenmaal zo is!’

‘Omdat het zo is? ,wat is ‘Zo’ dan?…is water niet juist ongewoon, is water niet mysterieus, ongrijpbaar…probeer het maar eens te grijpen, zonder water zou er geen leven bestaan, het is niet vanzelfsprekend dat het er zomaar is’.

‘Is het gewone dan een wonder?’

‘Weet je Veulen, als we nu al niet weten wat water precies is, wat weten we dan eigenlijk wel precies?’ ,vroeg de Oude zich af.

‘Dat het gewone helemaal niet zo gewoon is?’

‘Jij zegt het…als we ergens een naam voor verzonnen hebben wil dat natuurlijk niet zeggen dat we iets begrijpen, als we dat inzien kunnen we aan de naam voorbij gaan en verder onderzoeken’.

‘Is het niet wonderlijk dat we het wonder niet zien in het gewone dagelijkse leven?’ ,vroeg Veulen.

‘Heel wonderlijk’ ,beaamde Tandeloos, ‘bestaat er wel een gewoon dagelijks leven?’

Vaal Veulen keek in zijn glas, naar wat er in had gezeten.

One thought on “Spul

  1. Je verhaal sluit prachtig aan bij het boek wat ik aan het lezen ben: Meer dan een mens kan doen van Ton Lathouwers. “Wij proeven van de boom van kennis en de vruchten smaken bitter. En toch blijven wij ze proeven..”

    “Een vlinder zit opgesloten in een bronzen klok. De vlinder blijft zich wanhopig en uit alle macht te pletter vliegen tegen de harde wand. Uiteindelijk moet hij de poging om er op eigen kracht doorheen te breken opgeven en laat hij zich vallen. En dan valt hij vanzelf in het licht, in het leven en in de onbegrensdheid”

    Marjolein

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *