Voortplantage


‘Als Rita heet wordt, wil Orson Welles’ ,zei mijn vader eens op een onbewaakt ogenblik.
Niet voor kinderoren bedoeld…’Wie is Rita?’,vroeg ik.
Pas later begreep ik dat Rita Hayworth een begeerlijke filmster was.
Toen ik het kauwgumplaatje van haar zag vond ik het maar een saaie tante.
Het was mijn vader’s enige en onvergetelijke bijdrage aan het raadsel van de
geslachtelijke voortplanting.
Voorlichting was in onze familie een soort van denksport voor gevorderden, driedubbelzinnigheden ontwarren, raadsels oplossen, geheime codes ontcijferen…
Terwijl in ons huis toch veel voortplanting plaats vond, door planten wel te verstaan.
Het was als het ware één groene orgie van naaktplanten
Is het niet wonderlijk dat bij bloemen de voortplantingsorganen schaamteloos bewonderd mogen worden, in tegenstelling tot de menselijke organen die een geheim bestaan moeten leiden. De menselijke stampers en meeldraden zijn de kluizenaars onder de lichaamsdelen, ze dienen te worden verbloemd.

Het domesticeren van wilde planten tot kamerplant heeft mij altijd verwonderd. Waarom moesten die groenlingen in een gemeubileerde kamerwoestijn gaan leven?
Het verbaasde mij, vooral omdat de planten mijn moeder louter kopzorgen bezorgden…of ze verpieterden of ze werden verzopen….en bloemen geven ho maar.
Zorgenkindjes waren het, stuk voor stuk.
Ik dacht altijd: laat die planten toch lekker buiten spelen, in de regen, onder de zon.
De Christusdoorn was wel het grootste zorgenkind voor mijn moeder…om hem aan het bloeien te krijgen. Het was een zeer traaggroeiende doornenkroon waar bloedrode bloemetjes aan moesten komen. In mijn herinnering heeft haar Christusdoorn nooit gebloeid. Ik brak er wel eens een doorn van af en zag dan tot mijn verbijstering dat het bloed van Christus spierwit was, de onschuld zelve…
Onbevlekt ontvangen, zo heette de goddelijke voortplanting.
Zelfs onze vader in de hemel was niet bij machte om correcte voorlichting geven aan zijn eniggeboren zoon.

‘Sommige religies bezitten het perverse vermogen om het mooiste smerig te maken (natuurlijke sexualiteit) en het smerigste tot ware schoonheid te verheffen (de kruisiging van de onschuld)’

F. Wildesheim, uit ‘Onzintuiglijke Waannemingen’

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *