Wetenschepper

Onderweg naar de plaats van bestemming zag Hoelang overal bergjes aarde langs de kant van de weg, bergjes die er op de heenweg nog niet lagen.
Ergens te midden van die heuveltjes leek de aarde grond op te spuwen.
Bij nader onderzoek ontdekte Hoelang dat er iemand in een gat aan het graven was, hij gluurde over rand van het gat.
‘Wat schept u daar?’ riep Hoelang in de galmende holte.
‘Ik schep de aarde…’
‘De aarde, de aarde is toch al geschapen?’
‘Ik schep aarde uit de grond’
‘Is dit de omgekeerde wereld of schept u grond uit de aarde?’ De man leunde op zijn schep, krabte achter zijn oor en keek bedenkelijk.

‘Wat een berg ruimte zit er dat gat’ zei Hoelang met ontzag wijzend op het bergje grond naast het gapende gat.
‘Ja, daar zit heel wat ruimte in’ beaamde de schepper.
‘Bent u dit landschap aan het herscheppen?’
‘Welnee zeg, ik heb wel wat beters te doen, ik ben namelijk wetenschepper, mijn naam is alom bekend’
‘Ik sta bekend als Hoelang, maar wat zei u nu, schept u weten?’
‘Jazeker, ik graaf het weten op, het weten ligt hier overal voor het opscheppen!’
‘Boeiend vertelt u verder..’
De wetenschepper ging op de rand van het gat zitten en verklaarde zijn aanwezigheid:
‘Als wetenschepper doe ik hier onderzoek naar het ongrijpbare, zodra ik iets gevonden heb dan geef ik het een naam om er grip op de krijgen, en voor ik het weet begrijp ik opeens mijn eigen begrip’
De gatengraver keek er triomfantelijk bij.

‘Wat heeft u zoal gevonden?’
‘Ach, te veel om op te noemen, stenen, wortels, scherven, van die dingen…vreemde beestjes, soms een mol.., maar meestal vind ik niets’
‘Maar als u niets vindt, wat denk u dan te te begrijpen van het begrip?’
‘Zie hier!’ de schepper wees naar het zojuist gedolven gat:
‘Ik schep hier een gat, het gat is vol met niets, het levende bewijs dat hier niets te vinden is!’
‘Wat voor soort weten schept u dan?’
‘Wel, een weten dat het hier in ieder geval niet is, dat soort weten’ de wetenschepper leek enigszins geirriteerd.
‘Mmm, dus u weet nu waar het in ieder geval niet is…, maar wat is hier dan niet?’
‘Het ongrijpbare mysterie natuurlijk, het ongrijpbare is de wetenscheppelijke naam voor mysterie, dat is toch evident,’ riep de schepper.
‘Inderdaad’ erkende Hoelang, ik zie niets, wat al een mysterie op zich is’
Maar hij wilde de man niet in verlegenheid brengen.
‘U zult het wel weten, als wetenschepper’
‘Wij wetenscheppers geloven in begrippen begrijpen, we denken dat het mysterie zich nergens verbergt, onafgebroken brengen we alle graafplekken in kaart, zo bewijzen dat het mysterie niet bestaat’
‘En wat dan?’
‘De kans dat we haar niet vinden wordt met de dag groter!’ riep de schepper opgewonden uit,
‘als we haar nergens hebben gevonden dan is bewezen dat het ongrijpbare niet bestaat’
‘Weet u dat zeker?’
‘Zeker weten, en als we toch een mysterie vinden, dan lossen we het gewoon op!’
‘Wat, oplossen, waarin dan, in water? Vroeg Hoelang verbaasd.
‘Nee, niet in water, in theorie natuurlijk’ de wetenschepper werd een beetje ongeduldig van zoveel onbegrip.
Hoelang, die nog nooit een theorie had gezien vroeg:
‘Hoe ziet theorie er eigenlijk uit?’

‘Dat moet je zo zien: theorie is een soort recept voor een maaltijd, in het geval van het mysterie is het een recept voor iets oneetbaars, hoe dan ook, na het eten is de maaltijd weg, maar de theorie blijft’
Hoelang was sprakeloos en zei: ‘Mag ik u als dank voor uw uitleg te eten uitnodigen?’
De maag van de wetenschepper rammelde hoorbaar van al dat gegraaf.

Thuis zaagde Hoelang met moeite zijn kookboek doormidden en legde iedere helft op een schoon bordje.
‘Theorie alleen is misschien wat droog’, zei Hoelang en zette een grote kan water op tafel.
De wetenschepper keek alsof hij water zag branden.
Zijn honger verdween terplekke, op onverklaarbare wijze.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *