Wit

Je keek je ogen uit wat zich hier voor mysterieuze dingen afspeelden. Een wezen waarde rond in de fel verlichte ruimte. Alsof het iets zocht wat kwijt was. Met een glimmend plat staafje maakte het wezen vegende bewegingen over bleekwitte flapjes. Het platte staafje werd in een ronde holte gedoopt waardoor er een ondefinieerbare smurrie aan bleef kleven. Waarom die substantie aan dat flapje werd afgeveegd was mij een raadsel. Het leek mij een zinloze materiële verplaatsing.
Het vreemde wezen stapelde de slappe flapjes op een platronde schijf die ze op een nog grotere verhoogde vlakke schijf plaatste. Het staafje viel rinkelend op de harde koude vloer. Het wezen begon zo’n flapje in mijn mond te proppen. Alles kleefde van binnen aan elkaar. Pas later leerde ik dat dit wezen ‘mijn moeder’ en dat het kleefsel een boterham pindakaas heette. Het staat mij glashelder voor de geest. Ik moet ik weet niet hoe jong zijn geweest. Verder is het geheugen aan het voorwoordelijke begin overwegend blanco. Vergeten… typex voor de geest.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *