Wolkje

Er gleed een fronsend wolkje over het nog gave gezicht van Veulen.
Tandeloos merkte het op met zijn ogen dicht.

‘Is er soms zwaar weer op komst, Vale of dacht je alleen maar aan een donkere lucht?’ ,vroeg hij zacht.

De jongen keek verwonderd naar het rijk berimpelde gezicht van Tandeloos.

‘Ik vroeg mij af of het niet erg dom is om niet te weten…de jongens in het dorp….?’

Tandeloos onderbrak hem en zei:
‘Is weten dat je dom bent niet het begin van het wijze?… is weten dat je niet weet niet een mooi beginloos begin om bij te blijven?’

‘Waar dient een ‘beginloos begin’ nu toe?’

‘Niet-weten geeft toegang tot wat werkelijk is, als je bij dit beginloze begin blijft dan kun je dit hier blijvend onderzoeken…zit het zus?…zit het zo?…of zit het anders?…zit alles tegelijkertijd moeiteloos naast elkaar?….of zit het niet?’

‘Zit het dan ook wel eens niet?’, vroeg Veulen verbaasd.

‘In verreweg de meeste gevallen…zit het niet!’ ,zei Tandeloos opgeruimd…

‘Het is in alle gevallen het beste om oprecht te onderkennen dat je niet weet… dan blijft het begin tenminste open’

‘Hoe kan ik dat niet-weten dan bereiken?’ ,vroeg de Vale.

‘Wat je al bent is onbereikbaar’ ,zei Tandeloos.

Het klonk raadselachtig eenvoudig.

‘Je bent één en al niet-weten, Vaal Veulen, waarom zou je dit anders vragen?’

‘Één en al’ , herhaalde Vaal Veulen en haalde zijn schouders op terwijl hij probeerde de achterkant van zijn ogen te bekijken.

‘Ik begrijp er niets meer van!’ , zo gaf Veulen met een diepe zucht toe.

‘Is dat dan geen goed beginloos begin!’ ,zei Tandeloos met een verwonderde blik.

‘Is dit dan soms een geval van ‘zit het niet?’ ,probeerde Vaal Veulen nog.

‘Ik weet het niet, Veulen!’ ,bekende Tandeloos opgeruimd, ‘laten we samen dit
beginloze begin onderzoeken’.

‘Wat onderzoeken we eigenlijk?’ , vroeg Vaal Veulen plots uit het niets’

‘Ha’, riep Tandeloos ‘Het is kennelijk al opgelost…een typisch geval van ‘zit het niet’ ,
waar is het nu in opgelost?’

‘Ik weet het niet’ ,zei Veulen opgelucht.

‘Zie je wel!’ ,lachte Tandeloos, ‘nu snappen wij er samen helemaal niets van!’

‘Één en Al’ ,zei Vaal Veulen blij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *