Woonachtig


Je was ergens woonachtig, in een stad of streek
zo heette dat, je moest toch een verblijfplaats hebben,
ook al was die voorlopig en vrij inwisselbaar.

Zo had je ook zogenaamd een naam waar je naar luisterde.
Een roepnaam voor dit lichaamachtige voertuig.
Of was het meer een voertuigachtig lichaam?

Liefst parkeerde je het ergens onder een boom
om zonder voeten verder te gaan, ongeschoeid.
Licht en luchtig, ademloos vertoevend in dit onvoorstelbare.

Een zogenaamd iets dat ergens woonachtig…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *