Komt een psychiater bij de patiënt,
vraagt de patiënt empathisch:
-Wat scheelt er aan, dokter Welmoed, u ziet weer zo bleek…
-Wel, zegt de zenuwarts: Ik lijd aan de psychiatrische aandoening DSM-1 tot en met 6, chronisch…
-Ach, zegt de patiënt, is het een geestelijke beperking?
-Ja nogal…een zeer uitgebreide…en beperkend ja, ik zie mensen als biologische automaten die op stofjes reageren.
-Is het een aangeboren afwijking, als ik vragen mag? …of beter gezegd: is het Nurture of Nature?
-Domweg aangeleerd gedrag als u het mij vraagt, zegt de psych.
-Een neurotische verslaving wellicht?
-Ja, dat kun je gerust zeggen, ik kan geen dag meer zonder, die DSM-gids is een bijbel voor mij.
-Bestaan daar dan geen pillen voor?
-Jawel, placebo-tabletten, maar die lust ik dus niet, er zit geen smaak aan… en bovendien ben ik bang dat ze werken.
-Is DSM-1 tot en met 6 dan soms een neurotische angststoornis met ziekte winst?
-Ja, nu het zo vraagt, Ik ben bang van wel ja… en ik vrees dat het niet soms is, maar altijd.
-Nou dokter, dank u wel weer, mijn behandeltijd is al weer om, tot de volgende week dan maar weer, en sterkte ermee!
-U bent mijn beste patiënt, ik voel mij altijd een stuk beter als u geweest bent. Helaas loopt uw module trauma-sessies ten einde. Daar moeten dus iets anders op vinden.
Schilderij: Gunnar Fjöldhagen, Stilleven met Antidepressiva.
En weer ziet Bor kans een serieus probleem in een humoristisch vat te gieten. Dank, Bor!