Bor van Geenen, een pseudoniem maakt kennis.

Waarom een pseudoniem, als je eigen naam ook al een pseudoniem is? Je bent niet je naam dat is duidelijk. Voor anderen is dat soms minder evident.

Bor is de naam die je hebt, maar je bent niet je naam.
Dat is nu eenmaal de algemene aanvaarde, misleidende spreekwijze.
Zo zegt men wel meer bij wijze van spreken: “ik ben figurant”, terwijl dat de rol is die je speelt.
Of; “Ik ben een nederlander” terwijl dat slechts de nationaliteit is die je hebt (morgen kun je een chinees paspoort hebben). Of: Ik ben hovenier, terwijl je een beroep hebt.
Taal leidt om de tuin als je hebben en zijn niet kunt onderscheiden.

Voor het schrijven kan een pseudoniem verhelderend zijn, zodat het geschrevene niet toegeschreven wordt aan iemand, maar aan het pseudoniem. Er zijn mensen die het onderscheid niet kunnen maken tussen een romanfiguur en
degene die het heeft geschreven. Voor wat de figurant zegt moet de schrijver verantwoording afleggen.
Het is dus handig meteen duidelijk te maken dat ook de schrijver slechts een figurant is in het literaire spel. Taal is fictie, biografie is ook fictief.
De persoonlijkheid zelf bestaat uit niets anders dan een verhaal, geïllustreerd met plaatjes. De schrijver moet geheel vrijuit kunnen gaan, vrij van zelfdefinitie.
Lezers die een bepaald beeld van een schrijver hebben willen dat vaak graag zo houden.
Het pseudoniem maakt in één klap duidelijk dat het om de tekst gaat, niet om auteur. Dat het om de muziek gaat, niet om de musicus.
De schrijver is slechts het medium die de muze aan het woord laat. Over de muzen later.

Bor van Geenen lijkt een iconoclast, hij vernielt beelden met steeds nieuwe beelden
als die beelden op dat moment beter verwijzen naar dat wat voorbij de woorden ligt.
Voor je het weet ziet men Bor van G. als vandaal of crimineel. Bor is een bliksemafleider.

De taal is dood, maar ze kan in het gunstigste geval verwijzen naar wat bezield is en wat bezielt. Een kunstwerk is dood, het beschouwen bezielt het dode object. Een boek heeft geen leven buiten de lezer, lezen blaast het boek leven in.

Er is nog een figurant in het spel, namelijk de muze, die deze teksten dicteert. De muze kan elke vorm aannemen die het bestaan openbaart.
Elk verschijnsel kan een verhaal vertellen als je luistert.
De muze staat ten dienste van het openbaar geheim.
De wereld van namen, allemaal pseudoniemen voor de muzen.

Bor van Geenen ziet taal als een eindeloze verzameling containerbegrippen. Woorden die elkaar omvatten, bevatten en in elkaar passen.
Elk woord is een container, het bergt betekenis.
Het is aan de lezer om de containers leeg te stelen en er met de betekenis vandoor te gaan. Steel lezer, steel! Beziel deze dode woorden.

( status draft )
( category Bor van Geenen )

Verstuurd vanaf mijn iPad

Aankomst in het einde van de nacht

zacht ruist ruimte…
suist als diffuus licht
binnen het lichaam is het lichter dan de buitennacht
nu ruist het binnenzicht
oren luisteren ’t licht
begin van beweging schept zachte zwaarte
als nachtstroop traag in bestaansbodem zakt
lichaam tast als luisterend ruisend licht
ruimte ademt ruimte…
proeft lucht zonder smaak…
ruikt koelte zonder geur
losse zintuiglijke indrukken
smelten samen tot één belevingswereld
het lichaam ontwaakt als wereldontvanger
geborgen in een etui van huid
omvat door luchtdruk

Containerbegrip

God is een containerbegrip.
Een bonte verzameling van definities.
Godsbeelden.

Een van die definities is: God is een werkwoord.
Werk aan de winkel dus.
Werken, handelen, doen.
Godsdiensoorlogen hebben dat goed begrepen, oorlog is het toppunt van actie.
Het zijn oorlogen tussen definities.
Het is het geloof in definities dat de slachtingen aanricht.

Lees verder