Water is verklaarbaar.
Hoezo mysterie?
Water bestaat gewoon uit twee waterstofjes en één zuurstofje.
Twee stofjes, meer is het niet.
Allemaal stof toch?
Eén pot nat.
Of voel ik toch nattigheid?
Hoe kan droge stof nat zijn?
Het verwondert mij dat wetenschap genoegen neemt met een verklaring die twee nieuwe raadsels introduceert.
Deze twee nieuwe raadsels worden ieder op zich ontleed tot weer nieuwe raadselen: atomen, elektronen, enzovoorts.
Het mysterie vergroot zich alleen maar.
De kwantumrealiteit is volkomen ongrijpbaar vanwege haar onvoorspelbare eigenschappen.
Denk aan non-lokaliteit en a-causale verschijnselen in de kwantumwereld.
Zuurstof en waterstof?
Beschrijvingen van eigenschappen van deze stofjes zijn geen verklaring voor het wonderbaarlijke feit dat het er überhaupt is in deze specifieke hoedanigheid.
Het is slechts een beschrijving dát het zo is.
Wat is de noodzaak?
Het bijzondere van water is, dat het zulke uiteenlopende vormen kan aannemen.
Denk aan de kringloop: damp – wolken – neerslag (regen, hagel of sneeuw).
Denk aan ijs.
De foto bovenaan toont één enkele sneeuwkristal.
De spontane geometrische precisie verbijstert mij.
Het schijnt dat er nooit twee identieke sneeuwkristallen ontstaan, ook al zijn de omstandigheden identiek.
Stel, we nemen water als metafoor voor intelligentie.
Dan staat het bevriezen en kristalliseren daarvan voor de objectief-wetenschappelijke focus die leidt tot statische concepten.
Het smelten en verdampen zou dan staan voor de subjectieve, directe ervaring van het mysterie.
Oplossen in het wonderbaarlijke.
Het is een en dezelfde intelligentie, alleen de focus verschilt.
Het onderzoek naar hoe deze intelligentie overgaat en samenvalt met de kwantumrealiteit is nog maar net begonnen.
De ironie is natuurlijk dat de oude objectief-wetenschappelijke benadering niet langer volstaat en dat statische concepten hier tekortschieten.
Vloeiende concepten?
Natuurwetten die evolueren?