Parabel van de gevende krijger

Parabel van de gevende krijger

De oude krijger vocht om voedsel, dingen en om zijn gelijk.
Dankzij geweld kon hij eten, bezitten en zijn gelijk afdwingen. De oude krijger kreeg op den duur overal genoeg van.
Verzadigd, rijk en eenzaam sneuvelde hij.
Zijn zoon erfde het geld, de nalatenschap en zijn vaders gezworen vijanden.

De zoon was een vreemd soort krijger die alles verkreeg zonder enige strijd. Hij begon alles weg te geven waar zijn vader voor had gevochten. En zijn vaders aartsvijanden gaf hij gelijk.

Omdat de vijanden van hetzelfde strijders hout gesneden waren als zijn vader konden ze hun gelijk niet accepteren.
Gelijk dat moest je bevechten, je moest het verdienen.
Ze bespogen de zoon.
Zouden hun eigen zonen ook zomaar hun zwaar bevochten status weggeven? De vijanden sympathiseerden met de oude krijger, hij was immers een van hen, een strijder.
De zoon werd veracht als een verrader, een slappeling.
Ze stelden hem een ultimatum; of hij zou vluchten of hij zou vechten voor zijn leven om bestaansrecht te verdienen.

De zoon vluchtte niet en hij weigerde te vechten.
Hij werd gedood door de strijders, het was een zaak van eer. Zijn doel was bereikt, de gezworen vijanden waren met elkaar verzoend.

Openlucht licht


Zie de schaduw als roofvogel.
Wat is er mooier dan een wolkenschaduw die met een noodgang over het Hollandse land zeilt op jacht naar het licht?
Of zie schaduw als een schaap in wolfskleren dat de lichtwerking verhevigt en diepte geeft aan het beeld.
Schapenwolkjes belichten de donkere kant, de schaduwzijde.

Het hooggebergte van Hollandse luchten is al vaker bezongen, evenals het Hollandse licht, de reflectie van watermassa op het wolkendek.
De schilderijen van de oude meesters zijn levende getuigen,
ze vormen een stille geschiedenis van de waarneming.
Het is vreemd dat deze werken in kunstlicht worden getoond en niet in het levende daglicht.
Wanneer deze werken in levend licht hangen dan leeft de hele atmosfeer in het schilderij mee met het fluctuerende zonlicht.
Worden ze getoond in kunstlicht, ook wel betonlicht genoemd, dan verstijft het hele schilderij.
Het wordt een ‘freeze’ van de levende waarneming van de schilder.
De levende ervaring die een schilderij kan geven wordt gereduceerd tot een ‘objectief’ beeld, een plat plaatje.

Er bestaat natuurlijk geen ideaal beeld van een schilderij.
Het levende licht dat haar belicht en niet in de laatste plaats het levende licht in de beschouwer is de poort tot de levende directe ervaring.
In openlucht licht ademt het schilderij mee met het toeschouwende.
Waarneming is niet vast te leggen in een schilderij, het nodigt uit tot de directe ervaring.

Parabel van Kop en Munt

Kop zat opgesloten in zichzelf, in zijn kop.
Hij was zo op zichzelf betrokken, dat hij geen echt contact kreeg met anderen.
Kop betrok alles op zichzelf, problemen van anderen eigende hij zich toe.
Kop voelde zich neerslachtig, hulpeloos en waardeloos.
Als Kop zo door ging zou hij verzeild raken in een depressie.

Munt deed het heel anders zij ontvluchtte zichzelf door in anderen op te gaan.
Ze cijferde zichzelf helemaal weg voor anderen.
Hulp verlenen verschafte haar het perfecte alibi om niet aan haar eigen problemen toe te komen.
Munt leed feitelijk aan grootheidswaan, het syndroom van de heilige helper.
In het uiterste geval zou ze een burn-out krijgen.

Kop en munt vormden samen de twee kanten van een medaille.
Een medaille kon raar rollen.
Het beste was om te blijven rollen, zo bleven ze in het midden van die twee uitersten.
Al voortrollend vonden ze een wankel evenwicht.

Tovertong

Het groene kattenoog zag precies of je het goed kon horen,
voor het zover was zong de kat chromatisch door alle frequenties heen. Je luisterde naar het hoorspel ‘Zauberzunge’.
Ene Oskar Bregenz las het voor, hij deed alle stemmen
en achtergrondgeluiden vanuit Rundfunk Beromünster.
Wie het feuilleton schreef werd nooit benoemd bij mijn weten.
Bregenz zag ik veel later pas op televisie met zijn koffer,
waarin hij alle geluiden der wereld bewaarde, de meest gekke voorwerpen, waar hij klanken uit toverde.
Hij werkte bij de film, was ooit begonnen bij de stomme film waar hij tijdens de vertoning in levende lijve het geluid verzorgde.
Gelukkig duurden die voorstellingen niet lang,
maar na zes matinee’s was hij wel afgepeigerd, nat van het zweet.

De verhalen van de Tovertong waren eigenaardig, magisch,
betoverend. Nu kan ik ze niet meer letterlijk oproepen,
soms komen fragmenten op die met elkaar nieuwe verhalen vormen.

Een zo’n verhaal ging over een man die stemmen hoorde.
Zijn psychiater tekende zijn verhalen op en concludeerde
dat het radiouitzendingen waren.
Na onderzoek bleek de met lood gevulde kies van de man als transistor te werken, en dit nog voor de transistor werd uitgevonden!
De kies werd getrokken en men was zeer benieuwd of de
getrokken kies nog radio steeds ontvangst had.
De kies deed niets meer, geen stroom.
De man begon zijn stemmen te missen.
Zijn psychiater schreef hem een radio voor, medicinaal.

Na zo’n verhaal probeerde je in slaap te vallen.
Het was alsof de radiokat met haar raspende tong aan je ziel had gelikt.

Novale, de ongeborene


In memoriam Novale, de ongeborene.

“Wezens, dingen en gebeurtenissen: ooit waren ze allen onwezenlijk, zonder substantie en ongebeurd” Oskar Bregenz ‘die Zauberzunge’

Dit verhaal gaat over Novale die nooit geboren is, of laten we het ruimer formuleren, nog niet.
Ik heb Novale niet gekend maar dit verhaal doet de ronde, niemand weet hoe dit verhaal in de wereld is gekomen.
We kunnen niet beoordelen of deze mens het geluk heeft gehad of de pech om ongeboren te blijven.
We kunnen immers niet weten welke ellende bespaard is gebleven of welk aards geluk hiermee is misgelopen.
Het herinnert zich nog glashelder als dit moment, nu.
Het beslissende moment waarop het kind niet verwekt werd.
Onmiskenbaar, de voorlopig belangrijkste gebeurtenis van Novale’s onbestaanbaarheid, conceptie vond geen plaats.
De mogelijke ouders wisten van niets, ze konden dus niets betreuren noch zich verheugen op hun toekomstige kind.
Ze hebben nooit geweten wat ze misten of niet misten.

Het kon nog altijd, geboren worden, weliswaar niet bij deze ouders maar elders. Aan deze open mogelijkheid had Novale genoeg.
Leven als een open mogelijkheid waarin alles gebeurt en achterwege blijft.
Een blijvende mogelijkheid, een eeuwige kans, meer wenste Novale niet.
Man of vrouw dat was Novale om het even.

Het ongeborene leek een lege bedding waar de levensrivier doorheen stroomde.

Woonachtig


Je was ergens woonachtig, in een stad of streek
zo heette dat, je moest toch een verblijfplaats hebben,
ook al was die voorlopig en vrij inwisselbaar.

Zo had je ook zogenaamd een naam waar je naar luisterde.
Een roepnaam voor dit lichaamachtige voertuig.
Of was het meer een voertuigachtig lichaam?

Liefst parkeerde je het ergens onder een boom
om zonder voeten verder te gaan, ongeschoeid.
Licht en luchtig, ademloos vertoevend in dit onvoorstelbare.

Een zogenaamd iets dat ergens woonachtig…

Gelukrake verzen

(gebruiksaanwijzing: Proef alle combinaties, betekenis ontstaat tussen de zinnen,zoals muziek zich afspeelt tussen de noten, deze tussenheid is het rijk van de lezer)

weest onbevreesd -wie krijgt de geest?.
-de zon viert feest. -de lezer leest.

een tong heeft smaak. -stel aan de kaak.
-geen tegenspraak. -een schone zaak.

liefde geneest. – nooit weggeweest.
-minder is meest. -wees niet bedeesd.

het ligt hier braak. -soms is niet vaak.
-wees heel, ontwaak. -puur ter vermaak.

dat ruikt gezond. -door het plafond.
-een vrij verbond. -onafgerond.

de tijd is laat. -in ijle staat.
-als automaat. – sta je paraat.

de langste lont. -je bestaansgrond.
-zwijg met je mond. – de ochtend stond.

dom apparaat. -zijn heeft geen maat.
-waar dit op slaat? – je zaait het zaad.

Gelukraakt

Wezen
wees geraakt
aangeschoten en wild
als een dronken prooi

Het leven schiet
lukraak in het wilde weg
sta graag in de baan
van het schot

Het raakt
dat er niets sneuvelt
aan lukraak geluk
dat ons doorzeeft

Bestaan geniet ons
als een vergiet
alles is bijvangst
van lukraak zijn

Expo exorcisme

Is creativiteit een vorm van duivelsuitdrijving?
Je zou het denken, als je sommige tentoonstellingen bezoekt waarin deformatie, vuilniskunst of lege luxe (repeterende consumenten blingbling) vooral een shockeffect lijken te beogen.
Als de kunstenaar een moderne sjamaan is dan zijn er genoeg duivels in deze wereld om te bezweren.
Maar is uitdrijving van het ongewenste afdoende voor een kunstenaar en werkt uitdrijving?
Het lijkt mij een machteloos meehuilen met de wolven.
Jammeren dat de wereld en hel is zonder aan de hemel te werken.

Ik heb niets tegen ontlasting, integendeel.
Het een goed begin om je te louteren van het ongewenste, en je daarvan te ontlasten.
Wat is echter de wens van de kunstenaar/sjamaan, hoe ziet de hemel eruit?
Wat zegt de ontlastingsjamaan anders dan: ik ben ziek van de wereld, alles is lelijk, de mens is slecht, er zijn louter leugens…

Het wenselijke blijft altijd verbonden met de notie van het goede, het ware en het schone.
Een complete sjamaan kan van de ‘objectieve’ kunstbeschouwer een deelnemer maken en hem meenemen in een directe ervaring die alles transcendeert.
Zo’n directe ervaring is beter dan welke ontlasting dan ook, omdat ze inclusief is.
Ontlasten is excluderend, buitensluitend.

Het verschil tussen de ene sjamaan en de andere is obstipatie of zwangerschap.
Mest of een levend kind.

Alleen sjamanen die de duivel omarmen kunnen zwanger worden.

Zon der Nacht

dag zon
hallo zon
hier ben ik
hoor
kom

dag zon
kom maar
kom maar hier
je bent welkom
kom maar binnen zon

de wereld is in war
een wir war
zonder zon

zon is zacht
zo gezond
zonlicht lacht

zon is waar
zon der nacht
zonneklaar

(handschrift in hanepoten, gevonden op de achterkant
van een intake-formulier van een gesloten inrichting)