Zwaluwvuur

Het vuur van de herinnering brandt altijd nu.
Elk verleden wordt nu op dit moment opnieuw actueel of niet.
De zwaluw van de lucifers doet mij een verjaardag herleven, als ik een vuur maak.
Twintig jaar geleden, fietsend op een nieuwe fiets over de dijk van het Nesciaanse Durgerdam richting Uitdam.
Windje mee, ik hoefde nauwelijks te trappen, na de laatste dijkhuisjes van Durgerdam vloog er opeens een hele zwerm zwaluwen kilometers met me mee tot aan het gemaal van Uitdam.
Ze zwermden ruisend naast en rondom mij, het begin van zomaar een zomer.
Even werd de ambitie die ik nooit had gekend vervuld, een zwaluw te zijn.
Het zijn de beste ambities, die zich spontaan waar maken, ze ontbranden vanzelf.
Het mooiste verjaardagsgeschenk kwam van de zwaluwen.
De zwaluw op het luciferdoosje herinnert mij altijd aan die fietstocht
en aan de brandende ambitie om vuurtjes te stoken.

Leren dwangbuizen

Leren dwangbuizen

Als baby waren er geen schoentjes voor je te vinden.
Je voeten waren al te groot uit de baarmoeder gestapt.
Later vond je schoenen gevangenisstraf voor voeten.
Gympjes van rubber waren nog wel te doen, maar die harde, zware en stugge herenschoenen beperkten je bewegingsvrijheid.
Voetballen deed je liefst op blote voeten, dan voelde je de speelbal het best.
Zodra je thuis was schopte je je schoenen uit.
Leren dwangbuizen die de menselijke vrijheid in een gareel dwongen.
Net als het polshorloge, dat het eeuwige moment van leven met drie wijzers in stukjes hakte. Wie een horloge droeg had opeens haast en geen tijd meer om te verliezen.
Ik ging liever ten onder in het tijdloze.
Mijn horloges raakten zoek of gingen kapot, de klem om mijn pols voelde onaangenaam.
Het lezen van de klok kostte mij als kind moeite, het concept tijd wilde er bij mij gewoon niet in.

Wat in hoge mate oninteressant is moet dwangmatig worden aangeleerd op straffe van uitsluiting, zie hier de staat van het onderwijs…
Dankzij dwang en straf weten we wat de waarde is van ontsnappen aan beloning en straf, de ketens van angst en verlangen. Beloning is meestal niets anders dan een middel om de mens te manipuleren.
Erbij willen horen en de angst om buitengesloten te worden zijn de schakels van die ketens.
Dat iedereen erbij hoort is een existentieel feit, evident, niets aan te veranderen.
De macht kan dit feit hooguit hardgrondig ontkennen, als uiting van haar onmacht.

Autoïsme

Motorrijders van bepaalde merken groeten elkaar. Hetzelfde merk schept kennelijk een band. Wij worden soms in onze auto begroet door wildvreemden, ze herkennen ons niet maar wel de auto, hetzelfde type als die waar hun zielsverwant in rijdt. Wij zwaaien dan opgewekt terug al zie je ze soms schrikken wanneer wij niet aan het signalement blijken te voldoen. Alsof de band dan opeens leegloopt, geen verwantschap. een rare verwarring van mens met auto.
Het feit dat we allemaal in zo’n eigenaardig vlezig voertuig als het lichaam rondreizen zou toch genoeg moeten zijn om verwantschap te voelen. Ook al weet je niet wie of wat er in het vel zit, je kunt het voertuig toch begroeten. Op het platteland gebeurt dat meestal vanzelf. In de stad is groeten een ongewenste intimiteit, discreet negeren geldt hier als een kenmerk van beschaving.
Menselijk verkeer kent vele ongeschreven regels, onontcijferbare codes. Toon mij uw gebruiksaanwijzing en ik zal met u communiceren.

Houtjurk

In het hondenuitlaatlaantje staat een reuzenpopulier met een spechtennest, een mooi rond gat net onder de oksel van een tak. Als we geluk hebben steekt de jonge specht z’n roodgemutste kopje naar buiten.
Op de parkeerplaats staan twee auto’s wild geparkeerd.
‘Ik wil niet praten want dan word ik agressief’, roept de man met zwaaiende handen tegen de andere man die in het arabisch weerwoord geeft.
Hij zegt het nog eens.
Het klinkt alsof hij vol vuur de taal in korte stukjes hakt, tot brandhout. ‘Ik wil niet praten want dan word ik agressief’, het klinkt onderdrukt dreigend.

We liepen langs met loslopende hond en worden genegeerd.
Het idee dat door praten agressie gekanaliseerd kan worden is een westers idee.
In het oosten heerst het idee dat een negatieve gedachte al tot agressie kan leiden, laat staan als de denker ook nog eens zegt wat hij denkt.

Op de terugweg zijn hun auto’s weg, het zinnetje hangt er nog tussen de hoge bomen.
De populier staat er als een enorme houten boerka, iets gluurt naar ons door het spechtengat.
Het klinkt gezellig daarboven in het nest.

Megaforismen

Megaforismen

Het kwaad vaart het best onder de vlag van het goede.
De eerste fout is om onder een goede vlag te willen varen.
Dit aforisme is een goed voorbeeld van een goede vlag
die uitstekend elke foute lading kan dekken.

Het kwaad bestaat niet, er bestaan alleen goede bedoelingen
van onvolledig of slechtgeïnformeerden en ongeïnformeerden.

Het goede, het ware en het schone heeft veel te danken aan het slechte,
het valse en het lelijke, omgekeerd trouwens ook.

Alleen het goede, het ware en het schone nastreven is als de huid van een opgezet paard, zonder de valse vulling van slechte houtwol en lelijke watten.

Er gaat natuurlijk niets boven een echt paard als levend zinnebeeld.

Door een levend paard te mennen wordt het goede, het ware en het schone
vanzelf manifest in de mens, tenminste als het mennen lukt.

Ik ben drie keer het ziekenhuis ingeschopt door zo’n paardje,
maar dan heb je ook een vriend voor het leven.

Alleen ongeïnformeerden kunnen wat leren,
alwetenden worden van school geschopt.

Menig alwetende wordt bereden door zijn eigen paard.

(Ter nagedachtenis aan mijn vader Rokus van Geenen, hoefsmid en aforist)

wolkzool

wolkzool

Nieuwe schoenen uit Amerika.
‘If the sky is the limit, we can walk on clouds’
Dit merk is de tweede marktleider, zegt de verkoper.
Deze schoenen wegen nauwelijks nog, ze veren alsof je op marshmallows loopt.
Ik loop verend en geruisloos over het marmer van het nieuwe zelfde winkelcentrum.

Buiten, in het wild, slibt het profiel vol als ik over de grindpaden ga. Waar ik ook loop, asfalt of straattegels,
weerklinkt een onzichtbaar grindpad.
Nostalgie is het grindpad van je vader.
Knarsend ga ik voorwaarts richting toekomst, als ik mijn amerikaanse schoenen moet geloven.
Dat is het mooie van de toekomst, in welke richting dan ook,
je gaat altijd recht op haar af.
Amerika is het land van de nostalgische toekomst.
Die goeie oude American dream is al lang een nachtmerrie gebleken en toch maar blijven dromen.
Ze leven op de wolken van een staatsschuld die zo enorm is dat het substantie lijkt te worden, je kunt er voorzichtig op lopen zolang je de droom blijft geloven.
Elke krantenjongen kan marktleider worden zelfs als iedereen aan die markt blijkt te lijden.

Logica con carne

Logica con carne

Ik hou van dieren, daarom eet ik ze zo graag.
Ik hou van dieren, daarom eet ik ze nooit.
Ik haat dieren zo, daarom eet ik ze op.
Ik haat dieren, daarom lust ik ze niet.

Logica is corrupt genoeg om elke mening te rechtvaardigen.
Daarom kan logica nooit als argument gelden.
Zo kan ook kwantiteit nooit een argument zijn
om de geldigheid van iets aan te tonen.

De meerderheid van de dieren heeft geen mening
over het feit dat ze niet opgegeten worden.
Over het wel opgegeten worden zouden ze wellicht
een mening hebben, maar dan hebben ze geen stem meer.

Vlagnamen

Hij heette gewoon Oskar, tenminste zo werd hij uiteindelijk genoemd. Geboren en getogen in München, vernoemd naar de jongen uit ‘die Blechtrommel’
Hoe je heet is de naam waar je naar luistert.
Oskar luisterde naar vele namen niet, Oskar was de enige naam die hij wel wilde adopteren.
Hij was vaak uitgescholden; ‘Fibo di Pisa’ ‘Figlio di Fibo’,’Pisa di Figlio’ Dat kreeg je met zo’n voorvader ook al leefde die zeven eeuwen geleden.
Fibonacci…Oskar werd gekgepest met die voorname achternaam.
Altijd ging de aandacht naar die wiskundige konijnenfokker die een reeks getallen had uitgevonden.
Oskar was cijferblind, dyscalculie had de schoolarts gemompeld alsof het een ongeneeslijke ziekte betrof. Moeder Fibonacci had gehuild. Zodra men de naam Fibonacci hoorde ging het alleen nog maar over getallen.

De Fibonaccireeks, beschreef spiraalvormen en hield verband met de gulden snede. De illustere voorvader wierp zijn schaduw eeuwen vooruit en in die schaduw moest Oskar zien te leven. Leonardo di Pisa was weer naar zijn vader genoemd Figlio di Bonacci, zoon van de goedzak. Leonardo noemde zichzelf soms ‘Bigollo’ hetgeen onbruikbaar of reiziger betekent.
Namen zijn slechts vlaggen die ladingen verbergen.

Oskar bezon zich op manieren om de doem van de roem te ontvluchten. Een pseudoniem aanmeten of een compleet andere naam aannemen, het werd dat laatste. Maar welke naam zou hem kunnen verlossen van zijn roemrijke wortels?
Per toeval kwam hij op ‘Samuel Higgs’, een gedistingeerde engelse naam. De naïeve Oskar had nog nooit van de naam Higgs gehoord totdat hij op een regenachtige middag de ochtendkrant opensloeg en las dat het Higgsdeeltje was ontdekt.
Samuel kreeg de schrik van zijn leven en durfde eerst dagenlang zijn huis niet uit. Hij besloot voorgoed op reis te gaan en op reis te blijven.
Als telg van een rijke familie kon hij zich permitteren onbruikbaar te zijn. In de hotels checkte hij in onder de schuilnaam ‘Bigollo’.
Zijn familie kon zijn levensreis volgen door de bankafschriften die hij als een spoor achterliet. Ze lieten hem begaan, hij was altijd al onberekenbaar geweest.