Er was eens een wens die vader was van twee gedachten,
twee prachtkinderen. Ze heetten Ja en Nee.
Het ene kind wilde alles, genoot van wat er te ervaren was,
het stortte zich overal in zonder de consequenties te overzien
Het andere kind was filosofischer, voorzichtiger, weifelde… zag overal nuances, het genoot ervan te onderzoeken.
Ondanks hun verschillende aard konden ze het goed met elkaar vinden, ze waren het zelfs vaak eens, al was het maar over het feit dat ze andere mening hadden.
Vader genoot volop van beide kinderen.
Op een zekere dag werd duidelijk dat het ene kind een zwak hart had en zou overlijden als het geen donorhart zou krijgen.
De bloedgroep was zo zeldzaam dat alleen het andere kind als donor in aanmerking kwam. De vader wist niet wat hij moest doen, één kind zou in ieder geval sterven of in het ergste geval beide kinderen.
Hoe moest hij kiezen? Voor wie?
Opeens zag hij dat hij geen keuze had, hij wist de oplossing.
Hij zou zelf de donor zijn, de wens loste op.
Zo bleven beide kinderen in leven..
Ja en Nee leefden voort in nagedachtenis aan hun vader,
zo brachten ze zijn wens tot leven.
Was dit nu de juiste beslissing geweest of een vergissing?
Ja en Nee.
Ze verloren hun vader terwijl zijn hart doorklopte.