Het regent niet
het miezert, plenst,
het pleurt,
het drenst,
het piezelt, druilt,
het plast,
het huilt,
het zeikt, het morst
het lekt, het hoost,
het stort, het saust,
het giet, het loost,
het spat, het druipt,
het nat verzuipt
het wordt al minder droog.
Voor Wim
Badkuipen vol dorst stonden leeg
in keurig afgerasterde weilanden.
Verwilderde paarden dronken van vrijheid,
paarden buiten de hekken, uitgebroken.
Onbeteugelbaar begraasden ze tuinen, boomgaarden…
Och, die smaak van de mooiste bloemen…
Geen soefi
Atelier Biroe © 2017
Mijn goede buurman Freek komt uit een soefi-familie,
maar hij noemt zich geen soefi dus vroeg ik hem;
‘Wat is nu de essentie van het soefisme, jij kent het van binnenuit?’
Hij antwoordde spontaan: ‘De onmiddellijke vreugde die je toevalt op het moment dat je een plotselinge teleurstelling ondergaat.’
‘Wonderlijk’, zei ik, ‘de meeste mensen zouden frustratie, boosheid, verdriet ervaren…’
‘Ergens vanaf zien is een geschenk, overal van af zien is pure genade’
‘Noem je jezelf daarom geen soefi?’
‘Precies, het is heel vreugdevol om geen soefi te zijn.’
‘Kan ik het ook worden?’, vroeg ik naïef.
‘Natuurlijk niet, maar je kunt wel nu de vreugde daarvan ervaren’
Vers van het Veld
Vers van het Veld
Romangeur
Als kind wilde ik al een hond zijn.
Niet een hond hebben, maar hond zijn.
Zijn had toen al meer aantrekkingskracht op mij dan hebben.
Rondsnuffelend de wereld over zwerven, zonder kleren, op je blote poten.
Eten als er wat te eten valt en vasten als er niets is.
Vooral dat rondschooierende drafje van de hond beviel mij, geen haast.
Honden zoeken niet, ze vinden…’gefundenes fressen’.
Ze leven in een veel verfijndere wereld dan wij ‘mensachtigen’, ze verkeren in een etherisch universum van geur.
Het is prachtig om te zien hoe een hondeneus plots een geurvleug opvangt van een begeerlijke soortgenoot mijlenver verwijderd, die verzaligde blik, alsof hij van binnen door engelen wordt gestreeld… Geur is literatuur voor honden, ze lezen tijdens het uitlaten hele romans, met een ‘open einde’.
De eerste keer dat we onze pup meenamen naar een restaurant moest hij aangelijnd aan de leren riem. Wij hadden daar begrip voor, hij niet.
Halverwege het hoofdgerecht bleek dat hij vertrokken was, zijn leren riem doorgeknipt met zijn scharende kiezen.
In de keuken vonden we hem terug…zijn neus had wat gevonden.
Hond zijn blijft een nobel streven.
Ik leer nog dagelijks bij, maar het is afwachten of ik bij een volgende incarnatie zal slagen voor het toelatingsexamen.
Het mensenleven is slechts een vooropleiding.