Uit de tijd

Hoe leg je als klok uit dat tijd niet bestaat, wat je ook doet…
je wijzers wijzen altijd een tijd aan, zelfs al sta je jaren stil.
Hoe wijs je het niet wijzen aan? Door je wijzers te laten vallen?
Niemand zal je geloven. Eeuwigheid is uit de tijd.

F.Wildesheim, dagboekfragment uit ‘Nalatig Heden’

Schaamlach

Er ligt een taboe op taboes. Taboes mogen er niet meer zijn.
Een heel dom dogma van de neo-moderniteit.
Taboes hebben een functie om het ongewenste te sublimeren.
Zo ligt er bijvoorbeeld een taboe op schaamte. Men mag zich niet meer schamen.
Wie zich nu nog schaamt schaamt zich daarvoor.
Schaamte is iets moois net als verlegenheid, maar zoals bij alles wat er niet mag zijn
ontstaan er perverse vervormingen.

Ik schaam mij om het te bekennen, ik schaam mij voor het schaamteloze.
Er wordt niet altijd gelachen van vreugde. Dat humor altijd leuk is is een misvatting.
Men lacht even vaak uit angst, uit verstandsverbijstering, uit wanhoop, uit besef van van absurde zinloosheid. Leedvermaak is niet vreugdevol, maar eerder van een peilloze treurigheid.
De smakeloze cartoons van Augurkama vormen al jaren een prachtig ijkpunt van wansmaak in de tekenkunst. De afwezigheid van vakmanschap en goede smaak wordt uitbundig gevierd. De cartoons zijn plat, slecht getekend, opzettelijk knullig en lelijk.
Hoe lelijker hoe beter voor het beoogde effect: kortsluiting in de hersenen.

Qua inhoud zijn ze zonder uitzondering gericht op de duistere kant van de mens:
zielig, benepen, lelijk, wreed, krankzinnig.
Het meest verschrikkelijke is dat je er ongewild verschrikkelijk om moet lachen.
Niet omdat het zo leuk is maar omdat het te gênant is voor woorden, te misplaatst, te ongepast, te onsmakelijk, te gruwelijk, te walgelijk.
Zie hier het nut van het taboe. Zonder taboe geen humor. Leve het ongewilde.
Augurkama mag zich de uitvinder noemen van de plaatsvervangende schaamlach.

Het afleren van taboes begint al bij de opvoeding. Inderdaad, de afwezigheid van opvoeding heet tegenwoordig opvoeding. Het kind krijgt meteen alle complimenten, keuzes, verantwoordelijkheden en ruimte die het niet aankan. Elke scheet die het kind laat wordt gevierd en geroemd en het liefst op internet gezet. Het arme kind krijgt een absurd zelfbeeld voorgespiegeld waar het nooit aan kan voldoen omdat het niet op competentie en reële waarden berust.
Als je kind onbeholpen knullig tekent durf dan gewoon een keer te zeggen :

‘Ja, leuk Sigourney, maar dat kan Karel Appel ook…probeer nu eerst eens te tekenen zodat het er echt op lijkt, hoewel net echt is ook al goed!’

Dieren

Er zijn mensen die zichzelf definiëren door een opsomming van wat ze allemaal hebben
gedaan, wat ze hebben bereikt, wat ze bezitten, wat ze denken te weten.
Er zijn ook mensen die zichzelf definiëren door aan te wijzen wat ze niet hebben gedaan, wat ze hebben nagelaten, wat voor hen onbereikbaar is, wat ze niet hebben
en wat ze allemaal niet weten.
Dan zijn er nog mensen die niet definiëren, laat staan een ‘zelf’, ze sommen niets op,
ze bereiken moeiteloos niets en niets is onbereikbaar, ze hebben niets te verliezen,
maken geen onderscheid tussen weten en niet-weten. Deze laatsten zijn vrijwel niet te onderscheiden van andere niet-menselijke dieren.

F.Wildesheim, Dagboekfragment uit ‘Nalatig Heden’.

Die bewuste emmer

Niet veel mensen weten het, maar dingen zijn bewust, als je ze tenminste zo ruim bent om ze bewust zijn te verlenen. Niet alle dingen hebben zintuigen. Niet alle dingen hebben dezelfde zintuigen. Sommigen hebben zintuigen die anderen ontberen.
Dingen zijn zogezegd locked-in…
ze hebben geen besturing over hun lichaam om zich kenbaar te maken.
De emmer in de tuin heeft zich leren kennen in het gebruik en vooral in
lange perioden van onbruik. In perioden van onbruik herinnerde ze zich
haar eerste bruikbaarheid, haar eerste betekenis. Zoals bekend ontstaat betekenis in het gebruik van de dingen. Daarna verzonk ze in de paradijselijke staat, voor het geboren zijn. Vaag droomde ze dan van haar moeder die een mal was, een mal gevormd van het bewustzijn van de mallenmaker.
De emmer vindt niets heerlijkers dan de herhaling van het gebruikt worden.
De hele holte van haar vorm verlangt naar vervulling, liefst tot aan de rand
zodat de waterspiegel bol staat en de maan erin kan drijven.
Het kan nooit genoeg regenen in het leven van een emmer,
regen is haar een eindeloos genoegen.
Het water vormt een lens waarmee de emmer naar de sterren kijkt.

Een emmer is zich bewust van heel wat zaken. Haar zwaarte geeft aangename druk op haar bodem, een druk die toeneemt naarmate er meer water valt.
Ze voelt dan ook haar flanken uitzetten, dan geeft zich totaal over aan die sensaties.
Ik heb haar vaak veronachtzaamd, jaren verwaarloosd.
Haar hengsel hing doelloos in rust te roesten.
Nu ik dit weet neem ik haar af en toe op schoot.

Regen maakt de emmer één en al tot oor, druppels betrommelen haar bodem, haar hele lichaam trilt ervan. In drogere tijden vangt en werpt ze met schaduwen, die haar meer gestalte geven.Ze voelt dat de zon aan één kant haar huid verwarmt, terwijl haar achterkant zo koel blijft, ze geniet van die tweeledigheid. In haar ledigheid voelt ze dat zij de hele hemel kan omvatten, een emmer vol hemel, sterren en al.

Fooibriefje

‘Stilles bescheidener leben gibt
meer glück als erfolgreiches streben
verbunden mit beständiger Unruhe’

Albert Einstein, november 1922. Tokyo

Dit briefje dat Einstein als fooi aan een Japanse ober gaf bracht onlangs meer dan 1 miljoen euro op, waarom eigenlijk?
Omdat het onbedoeld een betekenisvolle voetnoot bij de geschiedenis is?
De verwoestende geschiedenis van Hiroshima?
Omdat het iets zegt over het streven naar succes en bereiken van geluk?
Leest het nu als waarschuwing: pas op met datgene waarmee je succes wilt bereiken?
Inmiddels zijn er mensen die uiterst succesvol zijn met
‘beroemd zijn vanwege grote bekendheid’.

Wie koopt zo’n briefje, voor dat bedrag en met welk doel?
Een gelukzoekende miljonair?

Zonder pauze

Zintuigen zouden de instrumenten zijn die deze symfonie van de belevingswereld opvoeren, dit alomvattende gesammtkunstwerk. Alles maakt onherroepelijk deel uit van dit ‘meesterwerk zonder meester’…zonder partituur…zonder dirigent die de maat van ons hart slaat.
Geen partituur, dus geen componist.
Dat zou betekenen dat het belevingslichaam dit wereldstuk hier ter plekke genereert… en dat het bewustzijn het ene en enige aanwezige publiek is.
Dit zou betekenen dat leven een onafgebroken improvisatie is binnen en van alle domeinen.

Het bewuste publiek is buitenzinnig stil van vervoering.
Nooit klinkt er een slotapplaus, het stuk speelt voort zonder pauze.

(Denis Noble, The Music of Life, Biology beyond Genes 2006)